Oversterfte in tweede helft 2021 hoger dan COVID-19-sterfte

In de tweede helft van 2021 was de oversterfte naar schatting 3,4 duizend hoger dan het aantal mensen dat aan COVID-19 overleed. Dit was vooral zichtbaar bij 65- tot 80-jarigen. Bij andere doodsoorzaken dan COVID-19 werden op hoofdgroepniveau geen grote veranderingen in voorkomen gezien. Dit meldt het CBS. 

De aanleiding voor de opdracht was een op 1 december 2021 Kamerbreed aangenomen motie van Kamerlid Pieter Omtzigt. Hierin vroeg hij om een onderzoek naar de oorzaken van oversterfte tot en met november 2021. Het onderzoeksrapport Sterfte en oversterfte in 2020 en 2021, in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), is vandaag gepubliceerd.

In 2020 en 2021 overleden 340 duizend mensen. Dat zijn er 30 duizend (10 procent) meer dan verwacht. Op basis van de informatie uit de doodsoorzaakverklaringen blijkt dat 40 duizend mensen in 2020 en 2021 aan COVID-19 zijn overleden.

Gedurende de eerste oversterftegolf (eind maart-eind april 2020) was de oversterfte even groot als de sterfte aan COVID-19 (8,4 duizend). In de tweede oversterftegolf (eind september 2020-januari 2021) overleden meer mensen aan COVID-19 (13,3 duizend) dan er oversterfte (9,5 duizend) was. Tijdens de derde oversterftegolf (half augustus 2021-eind december 2021) was de oversterfte (11,3 duizend) juist hoger dan het aantal mensen dat aan COVID-19 overleed (7,9 duizend).

Geen grote veranderingen bij andere doodsoorzaken

In de grootste groepen doodsoorzaken waren in 2020 en 2021 geen grote veranderingen in de sterfte vergeleken met 2015–2019. Wel waren er kleinere afwijkingen van de gewoonlijke trend te zien. Tijdens de tweede oversterftegolf was het aantal sterfgevallen als gevolg van hart- en vaatziekten, ziekten van de ademhalingsorganen en psychische stoornissen (waaronder dementie) en ziekten van het zenuwstelsel (waaronder de ziekte van Alzheimer) lager dan verwacht. In de derde oversterftegolf lag het aantal overlijdens aan overige natuurlijke doodsoorzaken iets hoger dan verwacht. Dit is een zeer diverse groep doodsoorzaken, waar ouderdom bijvoorbeeld onder valt.

Combinaties van doodsoorzaken

In 2020 en 2021 zijn 40 duizend mensen overleden aan COVID-19. Bij 11 duizend (28 procent) van hen was op de doodsoorzaakverklaring geen andere doodsoorzaak gemeld, bij de andere 29 duizend (72 procent) wel. De meest voorkomende combinatie is COVID-19 als onderliggende doodsoorzaak met hart- en vaatziekten. Daarna volgt de combinatie met een psychische stoornis (veelal dementie).

In derde golf bij alle leeftijden meer oversterfte dan COVID-19-sterfte

De hogere oversterfte dan COVID-19-sterfte in de derde oversterftegolf geldt voor alle leeftijdsgroepen. In absolute aantallen is het verschil het grootst bij mensen van 65 tot 80 jaar. Het verschil is relatief het grootst bij de leeftijden tot 50 jaar. Het gaat hier vooral om 45- tot 50-jarigen en om relatief kleine aantallen. Er is geen duidelijke toename te zien van specifieke andere groepen doodsoorzaken.
Onder mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, was de oversterfte in de derde oversterftegolf 4,8 duizend en overleden 3,8 duizend mensen aan COVID-19.

Door: Nationale Zorggids