Jongeren met ernstige mentale problemen hebben mogelijk veel baat bij speciale hulphonden. Dit blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Het probleem is echter dat zorgverzekeraars dit niet vergoeden en gemeenten psychiatrische assistentiehonden niet altijd willen vergoeden. Vaak hangt het ook af van waar je woont en met welke Wmo-consultant een jongere spreekt voor vergoeding van een hulphond. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
Bij zorgverzekeraars kunnen de jongeren sowieso niet terecht, want deze vorm van zorg zit niet in het basispakket. Daarom moeten ze vaak naar de gemeente voor een Wmo-aanvraag. Daar lopen ze echter tegen lastige gesprekken aan waar ze zich moeten verdedigen en medische rapporten met een korreltje zout worden genomen.
Paniekaanval ruiken
Psychiatrische assistentiehonden kunnen van veel waarde zijn voor mensen met ernstige psychische problematiek. Zo kunnen honden het soms ruiken dat er een paniekaanval aankomt, of weten ze dat gebaseerd op gedragsveranderingen bij hun baasje. Hulphonden zijn er dan om hen af te leiden of lichamelijk contact te maken. Mocht het nodig zijn, kan de hond zijn baasje blokken zodat niemand te dicht bij komt als er iets in het openbaar voorvalt.
Flink prijskaartje
Aan opgeleide honden zit een flink prijskaartje: gemiddeld kosten ze zo’n 20.000 euro. Zorgverzekeraars vergoeden hulphonden alleen voor mensen met een auditieve, visuele, of lichamelijke beperking. Mensen met psychische klachten moeten dus bij gemeenten aankloppen voor een vergoeding, maar ook daar lopen ze soms tegen de muur. En de Centrale Raad van Beroep vindt ook niet dat gemeenten hier fout zitten. Desondanks reageerde voormalig zorgminister Conny Helder daarop dat gemeenten zulke aanvragen niet zonder meer mogen weigeren.
Participeren in de maatschappij
Hoewel internationaal onderzoek aantoont dat psychiatrische assistentiehonden het sociaal isolement van hun baasje helpen verminderen, het gevoel van veiligheid vergroten en mentale verlichting bieden, wijzen gemeenten aanvragen vaak af omdat nooit voldoende bewezen zou zijn dat hulphonden effectief zijn voor mensen met mentale problemen. Uit onderzoek onder jongeren van 15 tot en met 30 jaar met ernstige psychische problemen blijkt echter dat zij hier juist heel veel aan kunnen hebben.
“Als iemand met behulp van zo’n hond minder paniekaanvallen heeft en weer een opleiding kan volgen, kan degene weer participeren in de maatschappij”, zegt universitair hoofddocent Steffie van der Steen van de RUG. Zij pleit er dan ook voor dat gemeenten geen onderscheid maken tussen mentale en fysieke beperkingen en dat er eenduidige regels komen voor toekenning van een assistentiehond. Ook moet er betere samenwerking komen tussen de betrokken professionals, omdat het vaak om jongeren met een uitgebreid dossier gaat. Zorgverleners kunnen dus meehelpen inschatten of hun cliënt gebaat is bij een hulphond.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky