Psychose sneller en beter te behandelen met Virtual Reality dan met CGT
Behandeling met Virtual Reality (VR) werkt sneller en minstens zo goed als cognitieve gedragstherapie bij mensen met een psychose. Dat blijkt uit onderzoek van UMCG-psychiater Wim Veling. Vooral paranoïde angsten en achterdocht nemen sneller af, meldt het Groningse ziekenhuis.
Met VR oefenen patiënten in lastige sociale situaties. Denk aan boodschappen doen of in de bus stappen. Zo kunnen ze in een veilige omgeving leren omgaan met hun angst, zonder direct de echte wereld in te hoeven. De therapie richt zich op het loslaten van vermijdings- en veiligheidsgedrag, wat volgens Veling essentieel is voor herstel.
Minder angstig
De VR-sessies zijn precies af te stemmen op de doelen van de patiënt. Ze kunnen herhaald worden en leiden tot sneller herstel: patiënten hebben gemiddeld 15 procent minder sessies nodig dan bij de reguliere therapie. Bovendien blijken ze zich na afloop minder achterdochtig, minder angstig en zelfverzekerder te voelen.
Veling wil de VR-behandeling snel invoeren in de ggz. “We zijn in de ggz hard op zoek naar efficiëntere behandelingen. Dit blijkt een efficiënte behandeling te zijn”, zegt hij over virtual reality. “Waarmee we meer mensen kunnen helpen. Mensen knappen eerder op en hebben minder sessies nodig.”
Kunstmatige intelligentie
Hij onderzoekt ook of VR deels zonder psycholoog mogelijk is. Met hulp van kunstmatige intelligentie zou de behandeling in de toekomst geautomatiseerd kunnen verlopen. Als patiënten dit prettig vinden, kan het volgens Veling een doorbraak zijn in de ggz. Over ongeveer drie jaar verwacht hij de eerste behandelresultaten.