Veel kleinschalige langdurige ggz-aanbieders missen expertise
Steeds meer kleine zorginstellingen en zelfstandige zorgverleners bieden langdurige geestelijke gezondheidszorg aan. Toch ontbreekt bij veel van hen de juiste opleiding en ervaring, ziet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Ze profileren zich als alleskunners, maar kunnen de complexe zorg die cliënten nodig hebben vaak niet waarmaken. Hierdoor ontstaan risico’s voor de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van cliënten met een verstandelijke beperking, complexe psychische problemen, verslavingsproblematiek en jongeren. Dit meldt IGJ.
De inspectie bezocht 21 kleine instellingen en analyseerde ruim 3.000 aanmeldingen van nieuwe zorgaanbieders. Ruim 90 procent betrof solisten die langdurige ggz-zorg bieden, vaak in de thuisomgeving van de cliënt.
Weinig toelatingseisen Wlz
De toestroom van Wlz-aanbieders is groot, terwijl de toelatingseisen laag zijn. Volgens de inspectie is het noodzakelijk om strengere eisen te stellen aan deze aanbieders. Denk aan hogere opleidings- en ervaringseisen, betere controle op pgb-financiering en duidelijke kwaliteitsstandaarden. Initiatieven als de Wet integere bedrijfsvoering en het Kwaliteitskader ‘Woonzorg in de langdurige ggz’ zijn belangrijke stappen. Ook zorgkantoren kunnen bijdragen door kritisch te kijken naar de toekenning van persoonsgebonden budgetten.
Toch is er ook positief nieuws: de inspectie zag ook solisten en kleine zorgorganisaties die wél deskundige en veilige zorg leveren. Deze aanbieders werken samen in netwerken, delen kennis en nemen de tijd voor reflectie.