Normal_pesten_online

Terwijl het in de media vooral gaat over sexting en de dramatische gevolgen ervan, zijn jongeren ondertussen alweer bezig met iets nieuws. Volwassenen lopen constant twee stappen achter en hebben nauwelijks een idee van wat er online speelt. Volgens ervaringsdeskundige Merel van Groningen (43) is dat de pijnlijke waarheid over de digitale (seks)wereld waarin jongeren leven.

Sexting. Het is een begrip dat pakweg vijftien jaar geleden nog niet eens bestond. Anno 2017 weet bijna iedere jongere wat het is: het verspreiden of delen van seksueel getinte foto’s of berichten via je smartphone. Denk daarbij aan de zogenoemde ‘dickpics’, een onder jongeren veel gebruikte term voor het versturen van foto’s van piemels, bijvoorbeeld via WhatsApp of Snapchat.

Seksfilmpje
Uit een recent onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland in samenwerking met de GGD’en blijkt dat één op de acht jongens en meisjes aangeeft dat ze in het afgelopen half jaar een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf naar iemand hebben gestuurd. In 2012 gold dit voor 6 procent van de jongens en 4 procent van de meisjes. Van de jongeren van wie een naaktfoto of seksfilmpje met anderen werd gedeeld (2 procent van de jongens en 1 procent van de meisjes), geeft ruim de helft van de jongens en driekwart van de meisjes aan dat ze dit vervelend vonden.

Niet alles rond sexting is negatief, zo vonden de onderzoekers. Sexting kan ook leuk zijn. De jongens vinden het over het algemeen plezierig om beelden te zien en meisjes vinden het vaak leuk als er een foto of filmpje van hen wordt gemaakt.

Onderzoek
Merel van Groningen geeft voorlichting op middelbare scholen over sexting. Ze weet als geen ander wat jongeren doormaken als zij het slachtoffer worden van het doorsturen van seksueel getinte foto's of berichten. Als 15-jarig meisje werd Van Groningen zelf slachtoffer van een loverboy en schreef meerdere boeken over de gevolgen van wat ze meemaakte als tiener. Volgens haar is er vergeleken met vroeger nauwelijks verschil met nu. De locatie is alleen anders: bij haar gebeurde het op straat, nu vindt alles online plaats.

Ze vertelt haar persoonlijke verhaal op middelbare scholen en gaat het gesprek aan met jongeren. “Ik spreek hun taal”, zegt ze. “En omdat ik als ervaringsdeskundige mijn verhaal doe, gaan andere slachtoffers ook praten.”

Door alle gesprekken die ze met jongeren voert, komt ze veel te weten. Met al haar haar kennis adviseerde ze RTL Nieuws om onderzoek te doen naar nieuwe trends onder jongeren en de gevaarlijke gevolgen ervan. Ze zegt dat de media zich volledig storten op sexting en willen meeliften op een hype. Ondertussen zijn jongeren al lang een stap verder, weet ze uit de gesprekken die ze voert met hen. Ze wijst op een bezigheid onder jongeren die al een tijdje aan de gang is.

Pedofielen uitlokken
In chatrooms zoals Omegle, waar je met vreemden van over de hele wereld kunt praten terwijl je elkaar via de webcam kunt zien, zijn jongeren actief om pedofielen uit te lokken, vertelt Van Groningen. “Jongeren hebben geen idee hoe gevaarlijk dat is. We weten dat beelden van Omegle worden verkocht op kinderpornosites. Jongeren doen dit uit nieuwsgierigheid en spanning, maar doordat ze in het verhaal gezogen worden, vergeten ze dat ze heel kwetsbaar zijn en niet anoniem. Bij één van mijn voorlichtingen vertelde een meisje dat ze in de problemen kwam, ondanks dat ze chatte met een zak over haar hoofd. De omgeving achter haar werd herkend, waardoor alsnog haar identiteit bekend werd.”

Terwijl Van Groningen zich in haar onderzoek volledig stort op de chatrooms komt ze tot een andere opvallende bevinding. Jongeren hebben alweer iets nieuws ontdekt, laat ze weten. “Ze zitten op sites waar ze geld kunnen doneren en in ruil daarvoor krijgen ze live seks op de manier waarop zij dat willen. Je kunt hele extreme dingen vragen. Je doneert geld en het gebeurt.”

Gebrekkige informatie
Van Groningen deelt haar kennis maar al te graag op scholen, waar ze hoopt dat jongeren iets opsteken van haar verhaal. Ze denkt dat het veel beter is als ervaringsdeskundigen in een volle klas spreken tegen de jongeren, in plaats van een professioneel persoon van organisaties als de GGD. “Pubers luisteren simpelweg niet naar zo’n organisatie. Dat is wat anders dan een ervaringsdeskundige die het nodige heeft meegemaakt. Iemand als Patricia Paay zou ook uitstekend voorlichting kunnen geven. De afstand tussen ons en de scholieren is gewoon minder groot.”

Of de voorlichting die op scholen wordt gegeven voldoende aansluit bij de jongeren, daar zijn wat twijfels over. Jongeren zijn over het algemeen maar matig tevreden met de informatie die ze krijgen op school over seksualiteit. Ze geven het gemiddeld een rapportcijfer van 5,8. Thema’s als anticonceptie, voortplanting en soa/hiv komen wel voldoende aan bod, geeft een kleine meerderheid in het onderzoek van Rutgers, Soa Aids Nederland en de GGD’en aan. Over seksuele grensoverschrijding, seksuele diversiteit, seksueel plezier en seks in de media zegt een meerderheid van de jongeren geen of weinig informatie te hebben gekregen.

Er zijn wel lespakketten beschikbaar over laatstgenoemde thema’s, zoals Lang Leve de Liefde. Bij Rutgers, kenniscentrum seksualiteit, vragen ze zich af in hoeverre deze lespakketten door docenten ingezet worden en of meer ondersteuning op dit thema gewenst is. Daar is nog geen onderzoek naar gedaan. “Het cijfer 5,8 is natuurlijk erg matig”, vindt Marianne Jonker van Rutgers, unitmanager op het gebied van jeugd- en zedenprojecten. “Meer aandacht voor wensen en grenzen bij het online zijn, maar ook in real life, is belangrijk voor jongeren. Dit geven ze zelf aan.”

Verbieden?
Naast scholen proberen ook ouders hun kinderen te behoeden voor misstappen op het internet. Wat moeten ouders hun kinderen vertellen over sexting, online chatrooms en andere websites met seksuele uitingen? Is het goed om dingen te verbieden? Is het fout om ze te laten experimenten met seks, zelfs met iemand die ze vertrouwen? Of wil je je kinderen juist vrijheid geven en dat ze zelfs keuzes maken?

“Je kind iets verbieden? Dan trek je het heel erg in het negatieve”, zegt Jonker. “Jongeren moeten zelf keuzes maken en weten wat de risico’s zijn, dat is belangrijk. Dan denken ze over dingen na. Voor ouders is van belang om het onderwerp bespreekbaar te maken. Het gaat om de balans tussen toezicht en afspraken, en anderzijds je kind vrijheid geven. Het is meer dat je her en der wat bijstuurt.”

Merel van Groningen is het hier volledig mee eens. “Ik hoor vaak van mensen dat ze kinderen dingen moeten verbieden. Maar als dat gebeurt, gaat het kind wel ergens anders op internet zitten. Stel, je hebt het verboden en het gaat ergens anders dan thuis mis, hoe groot is dan de drempel voor je kind om naar huis te gaan en te vertellen dat het in de problemen zit? Dan willen ze helemaal niet meer met hun ouders in gesprek.”

Handelingsverlegenheid
Een term die vaak gehoord wordt bij de media-opvoeding van jongeren is ‘handelingsverlegenheid’ Ouders en docenten vinden het soms lastig en ongemakkelijk om het gesprek over seks te beginnen, omdat ze niet goed weten hoe ze het moeten aanpakken. Ook kunnen hun eigen waarden en normen in de weg zitten. Daarnaast kunnen ouders hun kind te jong vinden voor seks en willen er daarom niet met ze over praten. De leeftijd waarop jongeren beginnen met websites als Omegle wordt echter steeds jonger, dus vinden organisaties als Rutgers dat je nooit ‘te vroeg’ kunt beginnen met praten over liefde en seks. Media-opvoeding is ook seksuele opvoeding, en omgekeerd is mediawijsheid onderdeel van de seksuele opvoeding.

Jonker: “Ouders denken dat kinderen veel meer weten over sociale media dan zij. Wat kan ik mijn kind nog leren, is de gedachte van de ouders dan. Maar het is juist zo belangrijk dat je echt in gesprek gaat met je kind. Toon interesse in hun wereld. Vraag niet alleen hoe het gaat, maar ook hoe het online was. Kinderen moeten het gevoel krijgen dat ze bij hun ouders terecht kunnen, ook als het een keer mis gaat.”

© Nationale Zorggids / Frank Molema

De website van Merel van Groningen
http://www.merelvangroningen.nl/

Op deze websites kunnen ouders terecht voor tips
www.uwkindenseks.nl
www.mijnkindonline.nl

Op 6 oktober a.s. geeft Rutgers een workshop over hoe om te gaan met sexting.