Normal_tiener

Het isoleren van kwetsbare jongeren moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Het gebeurt volgens deskundigen nog te vaak dat zij onnodig worden opgesloten in een kale ruimte, met alle gevolgen van dien. “Als je het niet meer weet, is separeren het allerlaatste redmiddel.”

Nachtmerries, slapeloosheid, angstaanvallen, het verleden dat weer terugkomt. Het zijn slechts enkele voorbeelden van klachten die kunnen ontstaan bij een kind die in een isoleercel is gezet. Zo’n vrijheidsbeperkende maatregel mag alleen worden toegepast in geval van nood, bijvoorbeeld als de veiligheid van de jongere zelf of van de mensen om hem of haar heen in gevaar is.

Basisbehoeften afgepakt

Toch moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat kinderen in een isoleercel worden gezet, vindt lector residentiële jeugdzorg Peer van der Helm. Opgesloten worden in een kale ruimte kan grote negatieve gevolgen hebben, legt hij uit. “Jongeren worden in een donkere kamer gestopt, krijgen weinig prikkels en in de meeste gevallen moeten zij een scheurjurk – een jurk die niet uit elkaar te trekken is – aan om te voorkomen dat ze zichzelf ophangen. De tijd gaat heel langzaam voorbij en zij weten niet hoelang ze er nog moet blijven zitten.”

“Het is heel slecht voor de ontwikkeling van het kind als hij of zij lang in zo’n omgeving moet verblijven”, vervolgt hij. “Het stimuleert de hersenen niet. Hun persoonlijkheid gaat achteruit, ze slapen slecht, hebben nachtmerries, het verleden komt terug en jongeren zien zichzelf als mislukt. Een mens wil contact met anderen, competenties en autonomie hebben. Deze basisbehoeften worden allemaal afgepakt.”

Schoonmaakmiddel inslikken

Ondanks dat in de jeugdzorg niet wordt bijgehouden om hoeveel jongeren het jaarlijks gaat, weet de lector zeker dat te veel jongeren worden opgesloten. “Ik kom in de praktijk veel bij instellingen over de vloer en directies laten aan mij hun bezorgdheid blijken over het fenomeen”, zegt Van der Helm, tevens hoofd onderzoek bij expertise- en behandelcentrum Fier. “Daarnaast schrijven jongeren tijdens het invullen van vragenlijsten regelmatig iets op over isoleren.”

Van der Helm begrijpt wel waarom jongeren soms in een isoleercel worden gezet. “Het gedrag van een jongere kan zo extreem zijn, dat het een gevaar oplevert. Ik heb het dan over extreem zelfverwondend gedrag, zoals messen of schoonmaakmiddel inslikken. Of ze verwonden anderen. Als medewerker sta je samen met één collega op een groep van acht kinderen en je bent verantwoordelijk voor de veiligheid. Als je het even niet meer weet, kan het voorkomen dat je een kind moet afzonderen. Het is een soort allerlaatste redmiddel.”

Kale afgesloten ruimtes ombouwen

Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie en directeur patiëntenzorg bij Curium-LUMC, vindt het van belang dat de jeugdzorg betere wetgeving krijgt, vergelijkbaar met die in jeugdpsychiatrie. De inspectie stelt in de psychiatrie strenge voorwaarden aan het separeren, met nadruk op preventie en signaleren, zodat separatie vermeden kan worden. Het is ook verplicht om separaties te registreren.

“De jeugdzorg valt niet onder de medische wetgeving”, zegt Vermeiren. “Minister De Jonge van Volksgezondheid moet dat aanpakken. Er moet goede wetgeving komen, zodat ook toezicht komt op separaties in de jeugdzorg. Overigens wil de jeugdzorg dat zelf ook. De volgende stap is dat zij geholpen worden en de middelen krijgen, want medewerkers in de jeugdzorg krijgen te maken met hele complexe kinderen.”

De wetgeving wordt in de toekomst nog verstrengd, waardoor eenzame opsluiting niet meer mogelijk zal zijn. Mocht separatie nodig zijn, dan moeten jongeren in een wat levendigere ruimte terecht komen, vindt Robert Vermeiren.

“Een separatieruimte zoals die nu is, een kale afgesloten ruimte, zal worden omgebouwd naar high intensive care units”, zegt hij. “Dat wil zeggen: grote ruimtes en vriendelijke aangekleed. Jongeren moeten naar buiten kunnen kijken en groen zien. Daarnaast moet de mogelijkheid bestaan dat er altijd iemand bij de jongere kan komen. Dit zorgt ervoor dat jongeren bij de realiteit blijven en dan is de kans groter dat ze rustiger worden.”

Wetgeving aanpassen?

Deskundigen willen separatie zoveel mogelijk voorkomen. In het meest ideale scenario staat de teller van het aantal separaties op nul. Is een verbod op het separeren van jongeren daarom het overwegen waard? Nee, zegt zowel Van der Helm als Vermeiren. De mogelijkheid tot separeren moet altijd blijven bestaan als jongeren ernstig in de war zijn of heel agressief worden. Alternatieven, zoals jongeren urenlang vastpakken of een spuit geven, is volgens Van der Helm en Vermeiren een nog slechter idee. 

Wel is het belangrijk om regels af te spreken en dat, in navolging van de ggz, de jeugdzorg zo ingericht wordt dat separatie wordt voorkomen. Van der Helm: “Geweldloos de-escaleren werkt. Vroeger werd een meisje dat wegliep in isoleercel gezet. In een instelling waar ik werk probeerden medewerkers een meisje te overtuigen niet weg te lopen. Dat hielp. Je hebt daar wel goede en ervaren medewerkers voor nodig. Het nadeel is dat zoiets veel geld kost.”

‘Separaties neemt toe’

Het aantal kinderen dat wordt opgesloten neemt weer toe, ziet Van der Helm. Dat komt volgens hem door de groeiende mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Werken in de jeugdzorg is zwaar, dus kijken werknemers naar alternatieven waar ze ook nog eens meer geld kunnen verdienen. Ervaren medewerkers vertrekken, waardoor uitzendkrachten moeten worden ingehuurd.

“Als jij ergens woont en telkens staat iemand anders voor je neus, dan ga je daar als jongere tegenin. Het is moeilijk om ervaren krachten vast te houden. Tarieven in de jeugdzorg zijn niet berekend op dit soort moeilijke kinderen. Medewerkers krijgen flink wat voor hun kiezen en die moet je goed belonen. Als je het in de jeugdzorg verwaarloost, leidt dat uiteindelijk tot meer agressie en geweld op straat. Dan ben je nog veel duurder uit.”

Net als de deskundigen wil ook Jeugdzorg Nederland dat het aantal separaties verminderd wordt. Volgens de branchevereniging voor organisaties in de jeugdzorg is de sector zelf aan zet om dit te realiseren. “Daarvoor is training en bijscholing van medewerkers nodig”, zegt woordvoerder Eva de Vroome. Bovendien is hulp van het Rijk en gemeenten nodig, stelt Jeugdzorg Nederland. Er zijn extra middelen nodig om bijvoorbeeld training, begeleiding en meer begeleiders per groep te realiseren. Ook pleit de branchevereniging voor waarborgen in de wet, waaronder een landelijke meldplicht. Daardoor wordt duidelijk hoe vaak separatie precies voorkomt. Door het ontbreken van landelijke vergelijkbare cijfers in de jeugdzorg is dat nu niet mogelijk.

© Nationale Zorggids / Frank Molema