14 mei 2020 om 13:05
5 minuten lezen
Walter Kien, Director Healthcare IG&H: ‘Coronacrisis brengt transformatieprocessen in de zorg in een stroomversnelling’
Als je in de context van de coronacrisis al kunt spreken van voordelen, dan ziet Walter Kien er één. Hij zegt: “Ongewild geeft de pandemie een enorme impuls aan de uitvoering van zorg op afstand. De succesverhalen uit de praktijk zijn hoopvol. Ze geven aan dat er heel veel kan met de juiste technologie. Het is een mooi voorbeeld van een van de vele noodzakelijke transformatieprocessen die als gevolg van de coronacrisis in een stroomversnelling raken.”
We spreken Walter Kien naar aanleiding van de onlangs verschenen Zorgverkoopmonitor MSZ 2020, getiteld De doorstart van zorgcontractering in crisistijd. Het is een verkenning van de unit Healthcare van IG&H Consultancy (Utrecht), die momenteel nauw betrokken is bij de opzet en organisatie van het Landelijke Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS).
Walter Kien, Director IG&H Healthcare, wist zich net als iedereen compleet overvallen door de uitbraak van het coronavirus. Hij zegt: “We brengen de Zorgverkoopmonitor uit om ziekenhuizen handvatten te bieden bij het jaarlijkse contracteringsproces rond medisch-specialistische zorg (MSZ), dat normaal vroeg in april begint. Maar alles is dit jaar radicaal anders. Er wordt helemaal niet onderhandeld. Iedereen is gericht op leveren en overleven.”
‘De ziekenhuizen zitten met veel vragen, wij reiken eerste handvatten aan’
Dit neemt niet weg dat de diverse, op onderzoek gebaseerde, waarnemingen in de rapportage wel degelijk van waarde zijn voor de langere termijn. Kien: “Na een ontwrichtende periode van alle hens aan dek staan ziekenhuizen op het punt om de reguliere, geplande zorg weer op te pakken. Er zijn veel vragen. Wat kan wel en wat niet bij nieuwe contractonderhandelingen? Hoe pakken compensatieregelingen uit? Hoe krijgen we weer grip op kosten, inkomsten en capaciteitsplanning? Wij reiken aanknopingspunten aan. Uiteindelijk moeten er tóch weer afspraken worden gemaakt, al zullen de referentiekaders nooit meer dezelfde zijn als voor deze crisis.”
“De coronacrisis laat in ieder geval zien dat ziekenhuizen en verzekeraars steeds beter in staat zijn om afspraken met elkaar te maken. Dat de zorgverzekeraars snel besloten over te gaan op honderd procent bevoorschotting op basis van de oorspronkelijke omzetverwachtingen voor 2020, laat zien dat het systeem behoorlijk stressbestendig is. Ziekenhuizen zagen hun geplande productie van reguliere zorg en daarmee hun omzet de afgelopen maanden wegvallen. Tegelijkertijd zijn er extra kosten gemaakt voor onder meer nieuwe apparatuur, beveiligingsmiddelen en uitbreiding van de personeelscapaciteit voor de Covid-zorg. Toch valt er geen ziekenhuis om. Wel dringt de vraag zich op hoe de rekeningen straks betaald moeten worden. Die afspraken zijn bepalend voor de marges van de ziekenhuizen.”
‘Zorgverzekeraars hebben zich bewezen als flexibele gesprekspartners’
Walter Kien: “De verzekeraars hebben zich in deze uitdagende periode bewezen als bekwame en flexibele gesprekspartners. Ze lijken bereid hun nek uit te steken. Gezien de altijd al krappe marges ligt het niet voor de hand dat de ziekenhuizen de rekening straks zelf betalen. Vergoedingen zullen plaatsvinden op basis van kosten in plaats van productie. En wanneer nodig moet de grens die het hoofdlijnenakkoord MSZ stelt aan de groei van de specialistische zorgkosten tijdelijk worden opgerekt. Wat er precies gaat gebeuren weet nog niemand, maar alles wordt anders.”
Nu alle inspanningen gericht zijn op het beheersen van het coronavirus en het voorkomen van een tweede golf die opnieuw druk op de ziekenhuizen zal zetten, lijken vragen over de betaalbaarheid van de zorg even geen thema meer. Maar dat thema keert onverbiddelijk terug als de situatie weer enigszins ‘normaal’ is. Walter Kien: “Het is haast onvermijdelijk dat premies op langere termijn omhoog gaan en dat zorgkosten een steeds groter deel van het gezinsinkomen gaan opslokken. Tegelijkertijd moet een andere, slimmere organisatie van de zorg ertoe bijdragen dat de kosten niet de pan uit rijzen. Ik voorspel dat transformaties en innovaties versneld gaan plaatsvinden.”
‘Afremmen van stijgende zorgkosten blijft prioriteit’
Een van de belangrijkste transformaties is de toepassing van het principe de Juiste Zorg op de Juiste Plek, eveneens een belangrijk onderdeel van het hoofdlijnenakkoord. Hiermee committeren de zorgverzekeraars en zorginstellingen zich van 2019 tot 2022 aan het afremmen van de kostenstijging en verbeteren van de kwaliteit en doelmatigheid. Pijlers van dit principe zijn: de zorg waar mogelijk verplaatsen en het bieden van slimme, digitale zorg (e-health). Uit het onderzoek van Walter Kien – van vóór de coronacrisis – blijkt dat ziekenhuizen nog veel werk te verzetten hebben om de hoge ambities waar te maken. Er zijn transformatiegelden beschikbaar (in 2019 70 miljoen euro en voor de gehele periode van hoofdlijnenakkoord 425 miljoen euro), maar die worden nog onvoldoende aangewend. Reden: te omslachtige toekenningsprocedures.
Maar wat onder ‘normale omstandigheden’ stroef lijkt te verlopen, krijgt door de coronacrisis ineens een enorme impuls. Walter Kien: “In zeer korte tijd zijn zorgverleners in staat gebleken om passende maatregelen te treffen voor zorg op afstand, waarin communicatietechnologie en digitalisering een belangrijke rol spelen. Denk aan het beeldbellen door huisartsen, aan videoconsulten door specialisten, aan de inzet van chatbots. De praktijk toont veel succesvoorbeelden, waarbij zowel de behandelaars als de patiënten goed te spreken zijn over de werkwijze. Door deze ervaringen nemen de ontwikkeling en inzet van e-health-toepassingen snel toe. Dit zal ook andere transformatietrajecten versnellen.”
‘Het goede nieuws is: ons Nederlandse zorgsysteem kan dit aan’
Volgens de IG&H Zorgverkoopmonitor 2020 gingen zorgverleners voor dit jaar uit van een lichte kostenstijging. Een kwart van de deelnemers aan het jaarlijkse onderzoek (25 algemene, topklinische, academische en categorale ziekenhuizen) vreesde voor patiëntenstops in 2020 als gevolg van te krappe zorgplafonds. In 2019 was hier veel over te doen, maar bleef het aantal stops uiteindelijk beperkt. Er is ziekenhuizen alles aan gelegen om dit uiterste noodmiddel niet in te zetten. Hier hoeft men zich voor het verloop van 2020 geen zorgen meer om te maken. De actualiteit rond de coronapandemie brengt hele andere, zwaardere, zorgen met zich mee.
Walter Kien: “Het goede nieuws is dat de ziekenhuiszorg financieel niet omvalt en toegankelijk is gebleven, wat onder meer te danken is aan de grote reserves en het coulante, oplossingsgerichte handelen van de zorgverzekeraars. De contractering van zorg is te lang uitgevoerd als administratief instrument, maar lijkt zich te ontwikkelen tot gezamenlijk strategisch instrument. Er zijn aanwijzingen dat de gekozen systematiek wel degelijk leidt tot kostenbeheersing en efficiencyverbetering. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat het laatste woord hierover gesproken is. Als de onderhandelingen uiteindelijk weer plaatsvinden, misschien pas volgend jaar, zal het zeker weer schuren tussen een aantal ziekenhuizen en verzekeraars. Maar dat is ook de bedoeling van het stelsel en dan is het goed te weten dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders uitstekend aan elkaar gewaagd zijn en in staat blijken om over hun schaduw heen te stappen en effectief samen te werken. Wrijvingen horen erbij, maar dat het systeem wérkt, zelfs onder de extreme omstandigheden van de coronacrisis, lijkt me een belangrijke geruststelling. Voor iedereen.”
Door: Nationale Zorggids / Ton Hilderink