Geen hulp voor 80 procent van de kinderen die opgroeit in huis vol geweld
Het overgrote merendeel van de kinderen dat opgroeit in een huis waar gescholden, geslagen of geschopt wordt, krijgt geen (passende) hulp. Uit het onderzoek ‘Niemand hielp mij’ van de Kinderombudsman blijkt dat 80 procent van de kinderen in een onveilige thuissituatie zonder hulp zit. Hierdoor geven zij hun leven een onvoldoende. Dit meldt de Kinderombudsman.
Van de meer dan 7.000 kinderen die de afgelopen vijf jaar deelnamen aan het onderzoek, gaven 565 kinderen aan dat hun thuissituatie onveilig was. Ze werden bijvoorbeeld geslagen of geschopt, vernederd of verwaarloosd of waren getuige van ruzies tussen hun broers en zussen. Deze kinderen voelen zich niet alleen onveilig, maar ook ongezien. Ze missen steun van volwassenen in hun omgeving en ervaren dat niemand écht luistert.
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer reageert fel op de bevindingen. “Ik vind het schokkend dat veel kinderen die het thuis heel moeilijk hebben zeggen dat ze er alleen voor staan. We laten als samenleving deze kinderen in de steek.”
Hulp komt te laat of schiet tekort
Kinderen die thuis geweld meemaken kampen vaak met meerdere problemen: armoede, scheiding, schooluitval of psychische klachten. Juist voor hen is tijdige steun cruciaal. Maar die blijft vaak uit of schiet tekort. De situatie bij Jeugdbescherming en Veilig Thuis moet van Kalverboer direct worden aangepakt. Al jaren schieten de organisaties tekort. Ook beroepskrachten zoals GGD-medewerkers, leraren en wijkteams krijgen een duidelijke opdracht: bied een veilige plek waar kinderen kunnen vertellen wat er thuis speelt.
Oproep aan heel Nederland
Iedereen in Nederland kan een belangrijke rol spelen voor kinderen in onveilige thuissituaties, benadrukt de Kinderombudsman. Ze roept buren, leerkrachten, schoolartsen, sportcoaches, ooms, tantes en alle andere betrokkenen op om bij zorgen te praten met het kind. “Wacht niet af. Laat zien dat je er bent en helpt waar je kunt. Zorg dat je een kind dat onveilig opgroeit niet in de steek laat.”