
Het Vergeten Kind eist stop op doorplaatsen uithuisgeplaatste kinderen
Het Vergeten Kind protesteerde op 4 februari bij de Tweede Kamer tegen het eindeloos doorplaatsen van uithuisgeplaatste kinderen. Ervaringsdeskundigen Alissa, Femke, Serena en Wilco overhandigden samen met ambassadeurs Juvat Westendorp, Jörgen Raymann en Edino van Dorsten het manifest ‘Stop het doorplaatsen van kinderen in de jeugdzorg’ aan staatssecretaris Jeugd Vincent Karremans. Dit meldt Het Vergeten Kind.
Kinderen in de jeugdzorg verhuizen vaak van plek naar plek. Dit breekt hun sociale netwerk af, verstoort hun schoolprestaties en veroorzaakt mentale problemen. “Ik werd wanhopig van al dat verhuizen. Het maakte mij depressief”, vertelde ervaringsdeskundige Femke aan Karremans. De staatssecretaris erkende het probleem en beloofde maatregelen: “Ik ben het er helemaal mee eens: het aantal doorplaatsingen moet worden teruggedrongen. En het liefst naar nul. Maar om dat te veranderen zijn stevige keuzes nodig. Daar werk ik nu aan.”
Politieke steun
Naast Karremans namen ook Tweede Kamerleden van onder andere GroenLinks-PvdA, VVD en SP het manifest in ontvangst. Het Vergeten Kind roept de Rijksoverheid op om meer regie te nemen in het creëren van stabiele woonplekken. Kinderen moeten langdurig op één plek kunnen blijven, dichtbij familie, school en sportclubs. Dit biedt hen de stabiliteit die cruciaal is voor hun ontwikkeling.
Pleidooi voor andere financiering
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg, maar volgens Het Vergeten Kind schiet dit systeem tekort. De organisatie pleit voor beschikbaarheidsfinanciering, waarbij gemeenten een vast bedrag betalen om zorg stabiel en kwalitatief te houden, in plaats van financiering per bezet bed. Dit zou de voortdurende verhuizingen kunnen verminderen.
Herhaald protest na jaren zonder verandering
Zes jaar geleden protesteerde Het Vergeten Kind ook al tegen doorplaatsingen. Ondanks beloften van het ministerie is er sindsdien weinig veranderd. “Als we het in één keer goed doen, hebben kinderen daar hun hele leven profijt van”, benadrukt directeur Margot Ende-van den Broek.