Jeugdzorg, decentralisaties, gemeenten, samenwerken

DEN HAAG (Novum) - Kleine gemeenten moeten nog dit jaar gaan samenwerken. Alleen dan kunnen zij de taken die zij krijgen van het rijk op het gebied van de jeugdzorg, werk en langdurige zorg goed uitvoeren. Dat schrijft minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer over de zogeheten decentralisaties.

De gemeenten krijgen een takenpakket ter grootte van zestien miljard euro op hun bord. Dat stelt 'forse eisen' aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het gaat daarbij om bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht en de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om deze taken goed uit te voeren.

Het kabinet wil daarom toe naar gemeenten van honderdduizend inwoners of meer. Omdat dit proces van gemeentelijke herindeling lang gaat duren, moeten gemeenten al eerder samenwerkingsverbanden gaan vormen. De eerste taken worden namelijk al volgend jaar overgeheveld.

Plasterk wil dat gemeenten de taken overnemen, omdat zij in staat zijn dit 'dicht bij de burger' het beste te organiseren. De bewindsman wil dat hulpbehoevende mensen maar met één persoon te maken krijgen, die hen begeleidt op basis van een integraal plan voor het hele huishouden. Dat is het beste voor de betrokkenen en scheelt bureaucratie en onnodige bestuurlijke afstemming, stelt hij.

Gemeenten krijgen verder zo veel mogelijk één budget met maximale beleidsvrijheid om maatwerk mogelijk te maken en administratieve rompslomp te vermijden.

De gemeenten zien de decentralisaties zelf argwanend tegemoet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) kondigde maandag aan onderzoek te laten doen naar de gevolgen en uitvoerbaarheid van de extra taken en bevoegdheden die zij krijgen. De gemeenten willen met name weten of het financieel allemaal wel haalbaar is.