Logo_sociaal_cultureel_planbureau_scp_logo

(Novum) - Het is voor het merendeel van de gemeenten in Nederland niet duidelijk aan wie zij precies zorg of ondersteuning moeten bieden. Met de overheveling van de meeste zorgtaken van het rijk naar de gemeenten per 1 januari kan dat gevaren opleveren. Dat concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in een woensdag gepubliceerde evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Met name mensen met psychische problemen zijn bij de gemeenten niet goed in beeld. "Minder dan de helft van de gemeenten heeft de ondersteuningsbehoefte van de huidige doelgroepen goed in beeld", concludeert het SCP. "Gemeenten hebben relatief weinig zicht op mensen met psychische klachten." Ook de capaciteit zou voor hulp soms 'onvoldoende' zijn.

De gemeenten zijn onder de huidige Wmo al verantwoordelijk voor de lichtere zorg, zoals de thuiszorg en begeleiding van ouderen. De onderzoekers keken welke effecten dat tussen 2010 en 2012 heeft gehad. Op basis daarvan zien de onderzoekers voldoende aanleiding te wijzen op de risico's die ontstaan door de grootschalige hervormingen die staatssecretaris van Volksgezondheid en Welzijn Martin van Rijn (PvdA) komend jaar wil doorvoeren.

In die hervormingen komen nog meer zorgtaken bij de gemeenten te liggen. Ze zijn er onder meer op gericht mensen langer thuis te laten wonen door hen vaker een beroep te laten doen op familie en vrienden. Zo worden niet alleen kosten gedrukt, maar blijven mensen volgens de staatssecretaris ook beter betrokken bij de samenleving.

Het SCP concludeert dat vier op de tien mensen mensen met een 'langdurige hulpbehoefte' daar op dit moment al vanuit hun eigen netwerk worden voorzien. Daarin schuilt ook het gevaar. "Het is niet duidelijk of en hoe gemeenten nog meer mensen kunnen bewegen tot vrijwilligerswerk en informele hulp." Zo zou het goed mogelijk kunnen zijn dat de grens van 'de groep potentiële helpers' al is bereikt. In dat geval zijn gemeenten uiteindelijk toch meer geld kwijt aan hulpverzoeken.

Positief is volgens het planbureau wel dat steeds meer gemeenten werken in de geest van de wet. Daarbij moet niet alleen worden gekeken welke hulp wordt geboden, maar ook hoe vrienden en familie daar een rol in kunnen spelen. In de onderzochte periode deden mensen weliswaar meer een beroep op vrienden en familie, maar dit ging nog niet gepaard met een afname van de professionele hulp.

De Algemene Rekenkamer was onlangs ook al kritisch over de zorgplannen. Volgens de rekenkamer is niet duidelijk of de overheveling van de langdurige zorg, jeugdzorg en arbeidsparticipatie naar de gemeenten op 1 januari haalbaar is en verantwoord kan worden uitgevoerd.