Normal_images__3_

Speciale school De Wingerd en Stichting De Trans hebben aan de NOS een reactie gegeven op het inspectierapport over de dood van de verstandelijk gehandicapte Daniëlla van Bergen uit Groningen. In het rapport trekken de inspecties keiharde conclusies. Vooral de samenwerking tussen de instanties ontbrak. De Wingerd en De Trans erkennen dit. Dit meldt de NOS.

Daniëlla werd in de zomer van 2013 thuis door haar stiefvader Geert W. doodgeslagen. “De achtergrond van Geert W. is nooit gecommuniceerd en heeft ons nooit bereikt. Als school sta je dan aan de zijlijn”, verklaart adjunct-directeur Harrie Postema van De Wingerd. Tussen 1998 en 2013 zaten meerdere kinderen uit het gezin op de school voor verstandelijk gehandicapte kinderen, waaronder Daniëlla zelf. “Het gezin was voor ons redelijk goed benaderbaar. De komst van deze man leek in eerste instantie zelfs goed. Leek, hoe vreemd nu ook, een beetje structuur in het gezien te brengen. Dus wij hebben daar in eerste instantie geen vraagtekens bij geplaatst”, zegt Postema.

De inspecties concluderen in hun rapport dat de samenwerking tussen de hulpverlenende instanties ontbrak. Postema erkent dit. Als de school ingelicht was over de achtergrond van de stiefvader dan had zij zich anders opgesteld tegenover het gezin. Postema heeft het vaker zien gebeuren dat de coördinatie tussen organisaties onderling ontbreekt. Daardoor is er geen overzicht bij de betrokken hulpverleners. Ook Hans van Scheijen, directeur van Stichting De Trans, ook één van de instanties betrokken bij de ondersteuning van het gezin, stelt dat er sprake is geweest van gebrekkige samenwerking. "Er is inderdaad onvoldoende afstemming geweest", zegt hij. Volgens Van Schreijen komt dit omdat er op verschillende momenten verschillende hulpvragen binnen zijn gekomen. "Wat we nu hebben afgesproken is dat de hulpverlener die als eerste in het gezin komt, de verantwoordelijkheid draagt. Ook als er vervolgens andere hulpverleners bijkomen, moet de coördinator signalen kunnen opvatten en duiden."

Ook denken beide directeuren dat de onderlinge coördinatie tussen de hulpverleners waarschijnlijk beter gaat nu de gemeenten als eerste verantwoordelijk zijn. 

© Nationale Zorggids