Normal_marc_dullaert_kinderombudsman

De Kinderombudsman constateert dat de toegang en de kwaliteit van de jeugdhulp worden bedreigd, doordat gemeenten omwille van de kosten steeds vaker op de stoel van de hulpverlener gaan zitten. Zij stellen financiële belangen dan boven het belang van het kind. Ook organisatieproblemen en administratieve lasten hebben effect op de toegang van de jeugdhulp, zowel bij gemeenten als bij instellingen. Dit leidt bijvoorbeeld tot wachtlijsten, het uitblijven van tijdige herindicaties en vertraging in de toekenning van de hulp. Dit meldt de Kinderombudsman.

De Kinderombudsman constateert dat gemeenten steeds vaker uit inkoopgedrevenheid en besparingszin invloed uitoefenen op de hulp die kinderen ontvangen. Kinderen krijgen de hulp die de gemeente beschikbaar heeft en dat is niet altijd hetzelfde traject als dat de specialist heeft voorgeschreven. Dat wil niet per definitie zeggen dat kinderen niet de juiste zorg krijgen, maar laat wel zien dat financiële belangen zwaarder wegen dan de belangen van het kind. 
 
Ook signaleert de Kinderombudsman dat bureaucratisch getouwtrek steeds meer invloed krijgt op de toegang tot de jeugdhulp en de kwaliteit hiervan. Uit het onderzoek van de Kinderombudsman blijkt dat dat het vaststellen van de hulp voor een kind vaak veel tijd kost. Gemeenten steggelen onderling over bij welke gemeente een kind hoort. Of discussiëren met andere instanties over onder welke
wetgeving en dus in welk potje een kind valt. Dit bureaucratisch getouwtrek leidt onder meer tot het ontstaan van onnodige wachtlijsten. Sommige gemeenten hebben een wachtlijst voor de toegang tot de zorg via de wijkteams. Ook zijn er wachtlijsten bij de jeugdbescherming of bij aanbieders van gespecialiseerde jeugdhulp, zoals de jeugd-ggz. 

De Kinderombudsman ziet ook dat gemeenten moeite hebben met het tijdig herindiceren van kinderen die een persoonsgebonden budget (PGB) of zorgindicatie hadden van voor 1 januari 2015.

© Nationale Zorggids