Normal_jeugdzorg__kind__peuter__kleuter

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid heeft geld beschikbaar gesteld voor onderzoek naar knelpunten in de zorg rondom levensbeëindiging bij ernstig zieke kinderen tussen de 1 en 12 jaar. Ook zal de beroepsgroep een steunpunt inrichten waar kinderartsen terecht kunnen voor advies hierover. Dit schrijft de minister, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer. Dat meldt Rijksoverheid. 

Vorig jaar publiceerde de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde een standpunt over actieve levensbeëindiging bij kinderen. De vereniging stelt dat er problemen zijn rondom deze levensbeëindiging bij kinderen tussen de 1 en 12 jaar. Deze kinderen kampen met ernstige medische aandoeningen waar zij de rest van hun leven mee te maken hebben. Er is geen wettelijke regeling voor kinderen van deze leeftijd, dus artsen kunnen in deze niet overgaan tot actieve levensbeëindiging. De kinderen van 1 tot 12 jaar vallen tussen wal en schip, want voor alle leeftijden eromheen is er wel een regeling opgesteld. Volgens de NVK moeten de wettelijke mogelijkheden voor levensbeëindiging ook bij deze groep vergroot worden. Dit kan door leeftijdsgrens van de 'Regeling centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen' (LZA-LP regeling) te verhogen of in de Euthanasiewet de leeftijdsgrens van 12 jaar te vervangen voor de werkelijke wilsbekwaamheid van het kind.

Minister Schippers vindt het belangrijk dat ernstig zieke kinderen de best mogelijke zorg ontvangen, deels door het lijden te verlichten. Ze vindt het belangrijk dat er goed wordt gekeken naar alle alternatieven rondom deze zorg en met name omtrent levensbeëindiging. Artsen dienen alles te weten over de medische, praktische en juridische mogelijkheden rondom deze zorg. Eind 2015 is de minister in gesprek gegaan met ethici, juristen en kinderartsen. Tijdens dit overleg drongen de experts er bij de NVK op aan om een multidisciplinair steunpunt op te richten. Bij dit steunpunt worden kinderartsen geadviseerd over de zorg rondom het levenseinde. Schippers schrijft dat de NVK heeft toegezegd dit steunpunt in te richten. Ook zal de NVK normering ontwikkelen om meer duidelijkheid te scheppen over de handelingen rondom dergelijke levensbeëindigingszaken. Daarbij wordt ook naar andere opties dan levensbeëindiging gekeken, zoals palliatieve sedatie of specifieke medische behandelingen.

“Als er echt geen alternatieve mogelijkheden zijn kan een arts in het uiterste geval overgaan tot actieve levensbeëindiging bij zeer ernstig zieke kinderen. Het is namelijk een misverstand dat er momenteel geen wettelijke mogelijkheden zijn voor een arts om als uiterste invulling van diens zorgplicht over te gaan tot actieve levensbeëindiging bij kinderen tussen 1 en 12 jaar”, schrijft Schippers. Een arts kan zich namelijk beroepen op overmacht in de zin van een noodtoestand. 

©Nationale Zorggids