Normal_kinderombudsman__margrite_kalverboer

Bijna twee jaar na de invoering van het nieuwe jeugdstelsel constateert de Kinderombudsman dat er nog te veel drempels bestaan in de toegang tot de jeugdhulp. Ook blijkt dat de interpretatieruimte in de Jeugdwet ervoor zorgt dat het handelen van gemeenten en jeugdhulpaanbieders nadelige effecten kan hebben voor kinderen. Daarnaast dragen ontoereikende diagnostiek, te lang te lichte hulp en het ontbreken van nazorg bij aan toename van het aantal crisisplaatsingen in de gesloten jeugdzorg. Dat meldt de Kinderombudsman.

De Kinderombudsman constateert allereerst dat de jeugdhulp nog steeds niet toegankelijk genoeg is. Zo blijken kinderen en ouders vaak niet te weten waar ze terecht kunnen als ze hulp nodig hebben of moeten ze lang wachten op hulp waardoor de problematiek kan verergeren. Ook komt het voor dat de hulpvraag van een kind niet goed wordt ingeschat waardoor het kind geen passende hulp krijgt. Daarnaast zetten gemeenten soms te lang in op goedkopere lichte hulp terwijl zwaardere hulp nodig is. De situatie van een kind kan daarmee verslechteren en zelfs uitmonden in een crisissituatie. 

Het onderzoek bevestigt de door de Kinderombudsman ontvangen signalen dat het aantal crisisplaatsingen in de gesloten jeugdzorg toeneemt. Acht van de dertien bevraagde instellingen schat de verhouding crisis- en reguliere plaatsingen op 70/30 procent waar die voorheen 50/50 procent was. Eén instelling schat de verhouding zelfs op 85/15 procent.

Een andere conclusie is dat de interpretatieruimte die de Jeugdwet biedt door de gemeenten en jeugdhulpaanbieders soms op een zodanige wijze wordt ingevuld dat de belangen van kinderen worden geschaad. Een voorbeeld hiervan is het oneigenlijk gebruik van 'drang' door professionals uit het wijkteam om ouders tot medewerking te bewegen. Een oorzaak voor de geconstateerde knelpunten is volgens de Kinderombudsman de manier waarop in wijkteams wordt vastgesteld wat er met het kind aan de hand is en wat het nodig heeft.

Ook in 2015 uitte het instituut Kinderombudsman al zorgen over de jeugdhulp. Veel van deze zorgen blijken dus nog steeds actueel. Kalverboer: "Ik zie dat er de afgelopen twee jaar al veel is bereikt. Tegelijk moet ik constateren dat er nog aanzienlijke zorgpunten zijn die geadresseerd moeten worden, in het belang van de kinderen die het betreft. Ik roep alle gemeenten op om op korte termijn voor zichzelf na te gaan in hoeverre de zorgpunten ook voor hen spelen en te werken aan verbeteringen.” 

Door: Redactie Nationale Zorggids