Het wordt voor vrijgevestigde psychologen, psychotherapeuten en klinisch psychologen steeds moeilijker om jongeren van geestelijke gezondheidszorg (ggz) te voorzien. Hierdoor sluiten meer praktijken dan wenselijk is binnen de jeugd-ggz. Het is volgens LVVP, de belangenbehartiger voor psychologen, tijd om de noodklok te luiden en ervoor te zorgen dat goede zorg voor jongeren gewaarborgd blijft. Dit meldt Skipr.
Het probleem is volgens LVVP onder andere de administratieve lasten waar vrijgevestigde zorgverleners binnen de jeugd-ggz mee te maken krijgen. Gemeenten verschillen onderling ook in criteria waaraan deze professionals moeten voldoen. Zo zijn er quota van het minimaal aantal te behandelen kinderen binnen één gemeente, en worden in andere gemeenten geen marktconforme tarieven gehanteerd. Het wordt vrijgevestigde psychologen van buitenaf zo moeilijk gemaakt, dat steeds meer hun deuren moeten sluiten. Dat leidt tot langere wachttijden en minder keuzevrijheid voor de patiënt.
Om deze problemen aan te kaarten, heeft het LVVP een brief aan staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid gestuurd. Naast de bekende problemen concludeert het LVVP ook dat de jeugd-ggz niet ondergebracht had moeten worden bij de Jeugdwet. “Naar onze mening is het nog niet te laat om het tij te keren en het beleid ten aanzien van de jeugd-ggz te herzien”, aldus LVVP. Als deze vorm van geestelijke gezondheidszorg weer zou vallen onder de Zorgverzekeringswet, zou dat volgens de belangenorganisatie de kwaliteit van zorg voor deze doelgroep waarborgen.
Door: Redactie Nationale Zorggids
