Logo_adhd_hersenen

Adhd-medicatie leidt op lange termijn niet tot schadelijke effecten op de ontwikkeling van het brein van kinderen. Bovendien blijkt dat kinderen met adhd die medicatie gebruiken dezelfde ontwikkeling laten zien in hun gedrag als kinderen met adhd die geen medicatie gebruiken. Dit blijkt uit onderzoek van hersenonderzoeker Lizanne Schweren van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). 

Adhd (attention-deficit/hyperactivity disorder) is een veelvoorkomende ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door aandachtsproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit. Adhd wordt vaak al gediagnosticeerd in de kindertijd en de problemen zetten zich vaak voort in de adolescentie en volwassenheid. De exacte oorzaak van adhd is niet bekend. Waarschijnlijk leveren veel verschillende factoren, inclusief genetische- en omgevingsfactoren, elk een kleine bijdrage aan het ontstaan en het beloop van de stoornis. Adhd wordt in verband gebracht met veranderingen in het dopaminesysteem. Ook blijkt uit studies dat bepaalde hersengebieden of hersensystemen bij mensen met adhd subtiel afwijken.

In haar proefschrift beschrijft Schweren de resultaten van onderzoek naar de lange termijn effecten van adhd-medicatie op het zich ontwikkelende brein. Zij onderzocht daartoe de hersenstructuur en -functie van in totaal zo’n 1000 kinderen, jongeren en jongvolwassenen, waarvan er ruim vierhonderd adhd hadden. De meeste van deze kinderen hadden ooit in hun leven adhd-medicatie gebruikt, maar er waren grote verschillen in de mate van gebruik. Sommigen hadden slechts een enkele keer medicatie gebruikt, terwijl anderen gedurende vele jaren dagelijks medicatie gebruikten.

Uit het onderzoek blijkt dat er geen aanwijzingen zijn voor schadelijke langetermijneffecten van adhd-medicatie op de ontwikkeling van het brein. Medicatiegebruik leidt niet tot veranderingen in de dikte van de hersenschors, die in een deel van het brein bij kinderen of jongeren met adhd wat dunner bleek. Ook had medicatiegebruik geen relatie met het volume van de frontaalschors, die bij adhd’ers vaak wat kleiner is. In haar onderzoek vindt Schweren dus, in tegenstelling tot eerdere onderzoeken, geen bewijs dat langdurig medicatiegebruik de ontwikkeling van het brein normaliseert.

In Schwerens’ onderzoek blijkt een opvallende afwezigheid van langetermijneffecten op gedragsniveau. Volgens Schweren is het voor artsen dan ook van groot belang om met jongeren en hun ouders te bespreken dat adhd-medicatie waarschijnlijk de symptomen van adhd zal verminderen, maar op lange termijn niet zal leiden tot een betere uitkomst. Zij dienen zich volgens Schweren goed te realiseren, dat bij zowel de kinderen die wel als geen medicatie hebben gebruikt de symptomen afnemen als ze ouder worden. 

Door: Redactie Nationale Zorggids