Normal_13974181800_649e6e5ae9_b

De wachtlijsten bij gespecialiseerde ggz-instellingen worden almaar langer. Daardoor wordt het voor ouders van kinderen met ernstige psychische problemen steeds moeilijker om een geschikte woonplek of behandellocatie te vinden voor hun kind. De gespecialiseerde instellingen merken bovendien dat de problemen bij deze jongeren steeds erger lijken te worden, zo blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur onder instellingen, patiëntenorganisaties en ouders. Ze kampen vaker met meerdere stoornissen. Dat meldt Nieuwsuur.

De twintigjarige Thijs is bijvoorbeeld al eens door zes man van de Mobiele Eenheid (ME) uit huis gehaald en vervolgens in een crisisopvang geplaatst, vertelt zijn moeder. Haar zoon kampt met een manische depressie in combinatie met autisme. Zijn combinatie van problemen maakt dat instellingen hem geen passende zorg kunnen bieden.

Uiteindelijk kwam het ministerie van Volksgezondheid tussen beiden en werd Thijs is een instelling voor verstandelijk gehandicapten geplaatst. Hoewel zijn ouders en de instelling zelf van mening zijn dat hij daar niet hoort, gaat het goed met hem.

"Wij krijgen dagelijks meldingen van ouders die van het kastje naar de muur worden gestuurd. Dus eigenlijk weten ze niet waar ze nu echt die goede zorg en de behandeling kunnen vinden", zegt MIND-directeur Marjan ter Avest uit. Het is nu de beurt aan de gemeenten om hier iets aan te doen, vindt Ter Avest. Er is vorig jaar namelijk afgesproken dat gemeenten doorzettingsmacht hebben, waarmee zij ouders die vastlopen kunnen helpen. Maar het lijkt er tot nu toe niet op dat gemeenten hiervan gebruikmaken.

Het ministerie van Volksgezondheid noemt de huidige problemen zorgelijk en roept op tot betere samenwerking tussen de betrokken partijen. Bovendien moeten instellingen de beschikbare plekken goed bijhouden.

​Door: Redactie Nationale Zorggids