Normal_minister_hugo_de_jonge_volksgezondheid_2

Minister De Jonge van Volksgezondheid is niet te spreken over het aantal aanbieders van geestelijke gezondheidszorg voor jongeren (jeugd-ggz) die weigeren hun wachttijden openbaar te maken. In september bleek dat ongeveer de helft van de aanbieders in de regio Utrecht patiënten niet voorlicht over de wachttijden die bij die specifieke aanbieder gelden. Hierdoor kunnen de kinderen en hun ouders geen overwogen keuze maken voor een specifieke aanbieder van jeugd-ggz, of worden zij onverwachts geconfronteerd met lange wachttijden. De Jonge wil daarom meer openheid vanuit gemeenten en aanbieders. Dit meldt Zorgvisie.

Het publiceren van de wachttijden kunnen een indicatie geven over hoe snel een patiënt geholpen kan worden. Daarvoor geldt de treeknorm, die stelt dat er binnen vier weken een intakegesprek moet plaatsvinden. Echter duurt het bij sommige aanbieders van jeugd-ggz soms tot wel veertig weken wachten voordat zij hun intakegesprek hebben. In de tussentijd kunnen klachten verergeren of compleet escaleren.

“Er zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met gemeenten en jeugdhulpaanbieders om wachttijden op regionaal niveau inzichtelijk te maken”, schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. “Een dergelijk goed en transparant inzicht van de wachttijden in de regio acht ik voor jeugdigen, ouders, verwijzers en gemeenten van wezenlijk belang bij het maken van een passende keuze voor een aanbieder.” Volgens de minister is het een hardnekkig probleem maar hij verwacht vanaf volgend jaar meer inzicht te krijgen door de afspraken die nu zijn gemaakt. Vooralsnog stelt hij dat vervolgonderzoek niet nodig is naar wachttijden in de jeugd-ggz.

Door: Redactie Nationale Zorggids