Normal_vaccinatie_inenting

De Gezondheidsraad adviseert om behalve meisjes ook jongens te vaccineren tegen HPV via het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast adviseert de raad een aanvullend programma op te zetten voor mensen tot en met 26 jaar die zich nog niet hebben laten vaccineren. Hiermee valt veel gezondheidswinst te halen. Dat schrijft de raad aan de staatssecretaris van Volksgezondheid. 

Het humaan papillomavirus (HPV) veroorzaakt baarmoederhalskanker en speelt ook een rol bij diverse andere vormen van kanker (anus, penis, vagina, schaamlippen, mond- en keelholte). Jaarlijks zijn er alleen al van baarmoederhalskanker zo’n 800 nieuwe gevallen en overlijden er ongeveer 200 vrouwen aan deze ziekte. Vaccinatie is veilig en vermindert HPV-infecties en voorstadia van baarmoederhalskanker met 80 tot 100 procent. 
Behalve dat vaccinatie directe bescherming biedt tegen deze vormen van kanker, leidt het ook tot groepsbescherming: ook voor niet-gevaccineerden daalt het risico op HPV-infectie. Op deze manier leidt vaccinatie van jongens indirect ook tot vermindering van het risico op baarmoederhalskanker bij meisjes. 
 
Omdat inmiddels duidelijk is dat de vaccinatie lang genoeg werkt, kan de leeftijd waarop kinderen de vaccinatie krijgen omlaag. De raad beveelt aan deze zo dicht mogelijk bij de 9 jaar te leggen. Dat biedt de beste bescherming. Vaccinatie geeft weinig bijwerkingen. Uit onderzoek is gebleken dat er geen verband is tussen vaccinatie tegen HPV en chronische vermoeidheid, migraine en auto-immuunziekten.
 
 De raad beveelt aan maatregelen te nemen om de lage opkomst bij de vaccinatie tegen HPV te verbeteren. Omdat de vaccinatie goed werkt en veilig is, adviseert de raad mensen tot en met 26 die nog niet gevaccineerd zijn alsnog de gelegenheid te bieden dit te doen. De raad stelt voor dit aanvullende programma na vijf jaar te evalueren. 
 
Door: Nationale Zorggids