Normal_pexels-jessica-lewis-creative-4200824__1_

80 procent maakt zich zorgen over het gebruik van kunstmatige intelligentie door minderjarigen, blijkt uit onderzoek onder het Opiniepanel. Hoe leer je hen bijvoorbeeld omgaan met chatbots? Volgens deze expert zijn er meer regels nodig. Dit meldt EenVandaag.

Marije Lagendijk is mediapedagoog en geeft les aan kinderen over mediawijsheid. "Kinderen willen ontdekken. Dat kan mooie dingen opleveren, maar ook slechte", zegt ze. "In contact raken met mensen die slechte bedoelingen hebben of content zien die niet geschikt is voor hun leeftijd, bijvoorbeeld. En dan komt er ook nog een chatbot bij."

Problemen met realiteit

Er zijn veel soorten chatbots die zijn ontstaan door kunstmatige intelligentie, maar onlangs kwam social media-app Snapchat ook met een eigen bot. De 'My AI' geeft op een hele menselijke manier antwoorden op vragen die worden gesteld. En dat is een zorgelijke ontwikkeling, zegt Lagendijk. "Er zitten heel veel jonge kinderen op de app. Zij kunnen eigenlijk niet het verschil tussen echt en nep, en tussen oorzaak en gevolg inschatten vanwege hun leeftijd."
 
"Maar ze worden ondertussen wel geconfronteerd met een robot die heel menselijk lijkt. Hoewel hij geen empathie en inlevingsvermogen heeft, kan dat soms wel zo voelen." Kinderen weten in het begin vaak wel dat ze tegen een robot praten, maar kunnen dat gaandeweg vergeten, zegt ze.

Geen controle

"Het gevaar dat daarin schuilt is het delen van veel persoonlijke informatie", vervolgt de pedagoog. "Omdat kinderen vergeten dat er geen mens achter zit en ze meer informatie gaan delen dan ze willen of dan goed voor ze is." En Snapchat gebruikt dat om de bot mee te verbeteren, maar ook om gepersonaliseerde advertenties weer te geven.
 
Een ander risico is volgens Lagendijk dat kinderen die niet goed in hun vel zitten, vragen aan de bot gaan stellen. "Stel dat een kind zichzelf te dik vindt en advies vraagt en die bot zegt dat hij minder moet gaan eten. Misschien is het kind wel hartstikke gevoelig voor een eetstoornis", zegt ze. "Er zit geen mens aan de andere kant, we weten niet wat voor adviezen er worden gegeven. Er is geen controle."

Regels zetten

Verbieden is volgens Lagendijk niet de oplossing, maar het is wel belangrijk om erover te praten met kinderen, zegt ze. "Vraag kinderen wat zij ervan vinden en wees eerlijk dat jij ook niet alles weet. Maar maak duidelijk dat er grenzen zijn als het gaat om wat je een chatbot mag vragen. Dat je als je een probleem hebt of je je zorgen maakt, je die vragen niet aan een chatbot, maar aan een volwassene stelt."
 
En als kinderen dat niet durven, dat ze dan weten dat de Kindertelefoon bestaat, vindt Lagendijk. "Daar zitten mensen achter de telefoon, of achter de webchat, die de situatie gewoon kunnen inschatten", zegt ze. "We moeten heel duidelijk maken dat een chatbot niet te plek is voor persoonlijke problemen."

Toezicht houden

Lagendijk vindt dat er meer regels moeten komen als het gaat om een toepassing als de chatbot van Snapchat. Kinderen hebben het recht om in veiligheid op te groeien, zegt ze. "Zeker jonge kinderen. Snapchat zegt zelf ook dat de app er is voor 13 jaar en ouder, dus we moeten zorgen dat bedrijven daaraan worden gehouden."
 
Ze geeft toe dat ze het zelf ook lastig vindt. "Ik maak me zorgen over de snelle ontwikkeling en het gemak ervan. Ik ben zelf ook nog zoekende naar wat een goede toepassing is hiervoor, maar daar moeten we bij jongere kinderen echt voorzichtig mee zijn. Wat voor impact heeft het op ze? Zolang er geen controle is, moet je blijven uitkijken."

Door: Nationale Zorggids