Rapport: ‘Jeugdbescherming Noord is een instelling die gezinnen eerder bedreigt dan beschermt’
De problemen bij Jeugdbescherming Noord (JBN) stapelen zich op. Al jaren klinkt kritiek op de organisatie die in Groningen en Drenthe zo’n duizend gezinnen begeleidt. Een nieuw rapport, opgesteld naar aanleiding van een nieuw meldpunt, schetst een ontluisterend beeld: slechte communicatie, te veel wisselingen van jeugdbeschermers en een organisatiecultuur waarin ouders en kinderen zich niet gehoord voelen. Dit meldt RTV Noord.
Voor het rapport ‘Niet gehoord en niet gezien’ sprak onderzoeker Joop Roebroek met 150 ouders, huisartsen en andere betrokken. Op basis van de uitkomsten noemt hij JBN een instelling die gezinnen eerder bedreigt dan beschermt. Het rapport stelt structurele tekortkomingen vast, met continue wisselingen van jeugdbeschermers. Ook zijn er flinke problemen in de organisatiecultuur, communicatie én besluitvorming.
Verantwoordelijk wethouder Manouska Molema van de gemeente Groningen noemt de verhalen “enorm intens en verdrietig”. Ze erkent dat het beeld overeenkomt met eerdere conclusies van inspecties en het Keurmerkinstituut (KMI). “Dit rapport laat met name het menselijke gezicht zien”, zegt ze.
Onder druk
JBN staat sinds dit jaar onder verscherpt toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. De raad van toezicht stapte op, en het verlies van het keurmerk eind 2023 leidde tot een noodcertificaat. Inmiddels voldoet de organisatie weer aan de wettelijke normen. Onder leiding van bestuurder Hemmala Sheerbahadoersing is een herstelplan ingezet: meer personeel, minder ziekteverzuim en duidelijkere richtlijnen. Maar vooralsnog is er bij veel betrokken sprake van wantrouwen.
Geen alternatief
Diverse politici in de gemeenteraad van de gemeente Groningen vinden dat er een cliëntenstop nodig is of zelfs beëindiging van JBN. Molema ziet dat niet zitten. Dat zou namelijk betekenen dat een grote groep kinderen opeens naar een ander jeugdbeschermingsorganisatie moet. Daar is geen ruimte voor. Ook Roebroek stelt in zijn rapport dat gemeenten moeten stoppen met samenwerken met instellingen die structureel de fout in gaan, maar een ander adviesrapport vindt juist van niet. Molema staat hier nu ook niet voor open. Zij wil investeren in het verbeteren van de kwaliteit, juist om te voorkomen dat duizend kinderen ineens elders naartoe moeten. Gemeenten kunnen ook geen eigen organisatie oprichten, omdat ze gebonden zijn aan de huidige wetgeving en toezichtseisen.
Zoektocht naar verbetering
De wethouder benadrukt dat de gemeente investeert in extra jeugdbeschermers en inzet op preventie, zodat gezinnen eerder hulp krijgen. Haar wens is duidelijk: vaste jeugdbeschermers per gezin, voor meer rust en vertrouwen. Maar ze blijft realistisch: “Er is geen makkelijke oplossing. En ook niet één oplossing die alles regelt.” De gemeente zet daarom in op preventie en werkt JBN aan een cultuuromslag. Tegelijkertijd is ook actie nodig vanuit Den Haag, stelt Molema.
Of de benodigde verbeteringen zijn doorgevoerd, blijkt in januari 2026. Dan komt er opnieuw een evaluatie en moet er volgens de wethouder overleg plaatsvinden met het ministerie.