Artsen vaak te snel met ivf-behandeling
Gynaecologen en fertiliteitsartsen gaan vaak onnodig vroeg over tot een vruchtbaarheidsbehandeling. Zij vinden het meestal lastig om paren met een onvervulde kinderwens ervan te overtuigen dat het verstandiger is te wachten met bijvoorbeeld een ivf-procedure. Dat meldt Artsennet.
De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG), de beroepsvereniging voor gynaecologen, adviseert een afwachtend beleid van zes tot twaalf maanden bij paren die een goede kans hebben om op natuurlijke wijze zwanger te worden. Voor een kwart van de paren met een onverklaarde onvervulde kinderwens is de kans op een natuurlijke conceptie even groot als met een vruchtbaarheidsbehandeling zoals ivf. Uit onderzoek van promovenda en gynaecoloog in opleiding Noortje van den Boogaard blijkt echter dat artsen vaak moeite hebben het afwachtende beleid in praktijk te brengen.
Artsen vinden het vaak lastig om paren die graag kinderen willen ervan te overtuigen dat een vroege vruchtbaarheidsbehandeling weinig meerwaarde heeft. Ook constateerde Van den Boogaard dat de kennis van sommige artsen niet actueel is en dat niet alle artsen het eens zijn met de richtlijn van het NVOG. Fertiliteitsartsen leven het geadviseerde afwachtende beleid overigens beter na dan gynaecologen.
Stellen met een onvervulde kinderwens die bij een gynaecoloog komen hebben weinig vertrouwen in de kans om op natuurlijke wijze zwanger te worden. Bovendien hebben ze onjuiste verwachtingen van een eerste consult. Paren begrijpen de reden van het afwachtende beleid vaak niet en overschatten de slagingspercentages van vruchtbaarheidsbehandelingen. Van den Boogaard vindt de bevindingen uit haar onderzoek zorgelijk maar ziet wel mogelijkheden tot verbetering omdat volgens haar een gebrek aan goede communicatie en informatie de reden is van overbehandeling.
© Nationale Zorggids
