Cognitieve gedragsherapie bij zwangere helpt niet tegen angst of depressie
Zo’n 10 tot 20 procent van zwangere vrouwen heeft last van psychische klachten tijdens of na de zwangerschap. Cognitieve gedragstherapie tegen angst of depressie helpt hierbij niet. Dit concludeert Tjitte Verbeek in zijn proefschrift waarop hij deze week promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat meldt het Nederlands Jeugdinstituut.
De promovendus bestudeerde het effect van cognitieve gedragstherapie bij zwangere vrouwen die last hadden van angst- of depressieklachten. Hij keek hierbij naar het effect op de vrouw, de bevalling en de ontwikkeling van het kind bij achttien maanden. Dit vergeleek hij met een controlegroep die reguliere zorg ontving. Tussen de controlegroep en de focusgroep (de groep met therapie) zat geen verschil in symptomen. Ook merkte hij geen verschil in gedrag bij de kinderen van achttien maanden.
Op basis van deze conclusies raadt hij het zwangere vrouwen met angsten of depressies af om cognitieve gedragstherapie nemen. De therapie had tevens een negatief effect op het geboortegewicht van de zwangere vrouw en de zwangerschapsduur. Hij benadrukt dat tijdige screening van klachten kan leiden tot effectieve monitoring en behandeling.
©Nationale Zorggids