Geen uitbreiding hielprikscreening op ernstige afweerstoornissen
De hielprikscreening op SCID (severe combined immunodeficiency) krijgt voorlopig geen uitgebreiding met andere ernstige afweerstoornissen. De Gezondheidsraad vindt dat er nog te weinig wetenschappelijke onderbouwing is om dit verantwoord te doen. Dit meldt de Gezondheidsraad.
SCID is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij het afweersysteem niet of nauwelijks functioneert. Baby’s met SCID lijken bij de geboorte gezond, maar krijgen in de eerste maanden vaak ernstige infecties en groeien slecht. Zonder behandeling overlijden ze meestal binnen de eerste levensjaren. Dankzij de hielprikscreening kunnen deze kinderen vroegtijdig worden opgespoord en behandeld.
Nevenbevindingen
Bij de screening op SCID komen soms ook andere ernstige afweerproblemen aan het licht. Het ministerie van Volksgezondheid vroeg de Gezondheidsraad of de hielprik ook actief op deze aandoeningen kan screenen. De raad ziet hier nog te veel onzekerheden. Er is meer onderzoek nodig om te bepalen welke afweerstoornissen in aanmerking komen en hoe deze betrouwbaar kunnen worden opgespoord.
De Gezondheidsraad sluit uitbreiding in de toekomst niet uit, maar benadrukt dat eerst meer kennis nodig is. Een betere afbakening van de groep ernstige afweerstoornissen en meer wetenschappelijk bewijs kunnen de screening mogelijk verder verbeteren.
Hoe werkt de hielprik?
De hielprik wordt enkele dagen na de geboorte afgenomen. Een paar druppels bloed uit de hiel worden onderzocht op ernstige, zeldzame aandoeningen. Vroege opsporing kan bij veel van deze ziekten levensreddend zijn.
Lees ook: De hielprik test op deze 27 ziektes