Mensen die als jongste kind binnen een gezin zijn geboren, worden door hun familieleden hun leven lang aangezien als de 'kleinste'. Zelfs wanneer ze al in de veertig zijn, worden nakomers soms door ouders, broers en zusters nog steeds niet helemaal voor vol aangezien. Dit fenomeen werd onderzocht door Australische onderzoekers van de Swinburne University, die concludeerden dat dat echt zo blijkt te zijn. Dat meldt Metronieuws.
De onderzoekers vroegen aan moeders, van wie de jongste kinderen tussen de twee en zes jaar oud waren, om de lengte van hun kinderen op een meetlat zonder cijfers aan te geven. De lengte van de oudste kinderen werden door de moeders meestal goed aangegeven, terwijl de lengte van het jongste kind door de moeders gemiddeld 7,5 centimeter te laag werd ingeschat.
Meer dan zeventig procent van de moeders blijkt het oudste kind ineens veel groter in te schatten nadat er een nieuwe baby is. Volgens de onderzoekers ligt de oorzaak hiervoor niet in een groeispurt, maar bij de pasgeborene, die bij de moeder een 'baby-illusie' in gang zet. Juist omdat de baby zo klein is, lijken andere kinderen zo groot.
De onderzoekers vermoeden dat dit een evolutionaire reden heeft. Doordat de baby alle aandacht van de moeder op eist, worden de grotere kinderen versneld zelfstandig. Het onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Current Biology.
© Nationale Zorggids
