In de eerste tien maanden na verlies partner hebben ouderen grotere kans op opname in verpleeghuis
Ouderen die hun partner verliezen, hebben een tijdelijk flink grotere kans om in het verpleeghuis te belanden. De behoefte aan langdurige zorg neemt vooral toe in de eerste maanden na het overlijden. Dit meldt de Vrije Universtiteit op basis van onderzoek door gezondheidseconoom Chantal Schouwenaar.
Ouderen die hun partner – en vaak ook mantelzorger – verliezen, hebben ineens geen dagelijks persoon meer om op terug te vallen. Er ontstaat een gat, die professionele zorgverleners of familie niet zomaar kunnen opvallen. In de eerste tien maanden na het overlijden neemt het risico op een opname in het verpleeghuis toe, maar daarna juist weer af. Vooral kwetsbare ouderen hebben een grotere kans om in een instelling terecht te komen. Zij verliezen de persoon die hen in staat stelde om zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen.
Verschillen tussen kwetsbare ouderen
Mensen met dementie die een partner verliezen hebben een korte maar krachtige extra kans op opname in verpleeghuis, terwijl die kans bij ouderen met lichamelijke aandoeningen minder krachtig maar extra langdurig is. “Met name de ouderen die thuiszorg ontvangen, blijken behoefte te hebben aan langdurige zorg na het overlijden van de partner”, aldus Schouwenaar.
De Nederlandse overheid wil ouderen zo lang mogelijk zelfstandig laten thuis wonen, maar dit onderzoek laat zien dat er grenzen zijn – waaronder partnerverlies. Schouwenaar stelt dat tijdelijke extra steun na het overlijden een opname misschien kan uitstellen of voorkomen. Desondanks blijft dan de vraag: hoe wenselijk is dat?