Nepverpleegkundige berooft ouderen tijdens corona van sieraden en geld
De 38-jarige Ruscha K. staat terecht voor het stelen van ouderen tussen de 81 en 88 jaar oud. De vrouw zou bejaarde vrouwen hun geld en sieraden afhandig hebben gemaakt en is herkend op camerabeelden. Zij ontkent echter in alle toonaarden en stelt dat de persoon op de beelden enkel op haar lijkt. De verdachte beweert zelfs in de gevangenis te hebben gezeten ten tijde van de diefstallen in Rotterdam en Capelle aan den IJssel. Dit meldt Rijnmond.
Tussen juni en september 2020 zou K. zich hebben voorgedaan als verpleegkundige. Ze vroeg een vrouw bijvoorbeeld om haar kleren uit te doen en naar de badkamer te gaan, terwijl zij ervandoor ging met sieraden en geld. Een andere vrouw verloor haar kostbaarheden toen de nepverpleegkundige deed alsof ze een longfoto ging maken. K. slaagde bij drie bejaarde vrouwen, bij twee anderen mislukte de beroving.
Agenten herkennen K. op camerabeelden
Volgens agenten is het Ruscha K. op de camerabeelden. Zij herkennen haar omdat K. eerder diefstallen pleegde in verzorgingshuizen, samen met haar verdwenen partner Giulio N.. Bovendien heeft ze eerdere straffen opgelegd gekregen: vier jaar cel in 2018 en zes jaar cel door een Belgische rechter in 2021. Een Duitse rechter legt in datzelfde jaar nog een voorwaardelijke gevangenisstraf op. Haar werkwijze komt overeen met diefstallen waarvoor ze nu terecht staat: K. doet zich voor als verpleegkundige of thuishulp, laat slachtoffers zich ontdoen van hun kleren en neemt daarna alle kostbaarheden mee.
Voldoende bewijs
Volgens K. kan ze de laatste diefstallen niet hebben gepleegd, omdat ze in de gevangenis zat. Maar het blijft onduidelijk wanneer ze exact in de cel zat. Volgens de rechter heeft de vrouw enige tijd met een enkelband rondgelopen, tot ze die had doorgeknipt. Vooralsnog is er volgens de rechter voldoende bewijs dat K. schuldig is en dat de kans op herhaling zeer aanwezig is. Ze reageert onthutst op de conclusie van de rechter en stelt een levenseindewens te hebben. Hierop laat de rechter de officier van justitie contact zoeken met haar detentiecentrum, zodat ze een extra oogje in het zeil kunnen houden.