Normal_opa_ouderen_wachten_bejaarden

Nederlandse mannen en vrouwen van 65 jaar oud leven gemiddeld nog 19,7 jaar. Deze levensverwachting is in 2015 ruim vijf jaar hoger dan in 1956, het jaar waarin de Algemene Ouderdomswet (AOW) inging. Vrouwen worden nog altijd ouder dan mannen, maar het verschil is kleiner geworden. De kans van 65-jarigen om honderd te worden is in zestig jaar tijd ongeveer verzesvoudigd. Dat meldt CBS.

De resterende levensverwachting van een 65-jarige in 2015 is 18,2 jaar voor mannen en 20,9 jaar voor vrouwen. Zestig jaar geleden konden mannen nog 13,9 jaar en vrouwen 14,9 jaar verwachten te leven. 

De verwachting is dat de stijgende trend van de resterende levensverwachting van 65-jarigen in de toekomst doorzet. De CBS-prognose houdt rekening met onzekerheidsmarges. Zo zijn stijgingen door medisch-technologische doorbraken mogelijk, maar is het ook mogelijk dat nieuwe generaties minder oud worden door minder gezond gedrag. Voor 2060 zal de resterende levensverwachting volgens de prognose 25 jaar zijn, en lopen de marges uiteen van 20,5 tot 29,5 jaar. 

Vrouwen hebben nog altijd meer levensjaren te verwachten dan mannen. Dit verschil is echter steeds kleiner geworden. In 2015 is het verschil voor een 65-jarige 2,7 jaar. Sinds 1980 is de levensverwachting voor mannen sneller gestegen dan die van vrouwen. Bij de verklaring van deze ontwikkeling speelt roken een belangrijke rol. Mannen zijn eerder en massaler begonnen met roken. Tot begin jaren zeventig nam daardoor de levensverwachting voor mannen nauwelijks toe. Onder andere door de sterke afname van het aantal rokende mannen vanaf de jaren vijftig steeg de levensverwachting sinds begin jaren tachtig weer. Ook vrouwen roken momenteel minder dan in de jaren zeventig, maar doordat het effect van roken vertraagd doorwerkt op de sterfte, is voor vrouwen de levensverwachting sinds 1980 minder toegenomen dan voor mannen. 

De kans om honderd te worden is steeds groter geworden. Van de vrouwen die nu 65 jaar zijn zal naar verwachting 6 procent de honderd jaar bereiken, van de mannen 3 procent. In 1956 was die kans ongeveer zes keer zo klein. Van de 65-jarige vrouwen heeft 1,2 procent de honderdste verjaardag mogen vieren, van de mannen 0,4 procent.  

©Nationale Zorggids