Normal_copyright_stockfreeimages_ouderen_wandelen_buiten_koppel

Op 1 januari 2017 woonden in Nederland 2.225 honderdplussers, 124 meer dan een jaar geleden en ruim tweemaal zoveel als twintig jaar geleden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwacht in de meest recente bevolkingsprognose dat er in 2031 meer dan 4.000 eeuwelingen zijn. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Het aantal tachtigers en negentigers is de afgelopen twintig jaar ook toegenomen, maar wel minder snel dan het aantal honderdplussers. Tussen 1997 en 2017 nam het aantal tachtigers met 52 procent toe tot ruim 642.000, het aantal negentigers steeg met 90 procent tot bijna 112.000. De stijging hangt samen met de almaar dalende sterftekansen en een gestage toename van de geboorten vanaf halverwege de 19e eeuw tot ver in de 20e eeuw. Vanaf 2020 zal het aantal honderdplussers naar verwachting sneller stijgen. Dit laatste hangt samen met een kleine babyboom kort na de Eerste Wereldoorlog.

Gedurende 2016 overleden ruim duizend mensen van honderd jaar of ouder, maar in dezelfde periode bereikten ruim 1.100 ouderen deze leeftijdsgrens. Op 1 april was het aantal honderdplussers weer gedaald naar 2.160 personen. Van januari tot maart waren er relatief veel sterfgevallen. Die sterfte viel samen met een griepgolf.

Nederland telde 128 honderdplussers per miljoen inwoners in 2015 en behoort daarmee in Europa tot de middenmoot. Griekenland voert de lijst aan met 565 eeuwelingen op een miljoen inwoners, op afstand gevolgd door Portugal en Frankrijk. Dit hangt onder meer samen met de vergrijzing in deze landen.

Door: Redactie Nationale Zorggids