Normal_ouderen__wandelstok

Als mensen gezond en veerkrachtig oud willen worden, moet gekeken worden naar het vermogen zich aan te passen aan de consequenties van oud worden. Dat stelt prof. dr. Martijn Huisman tijdens zijn oratie afgelopen december. Hij ziet daarbij een belangrijke plaats voor de mening van ouderen zelf. Huisman is directeur van LASA, de studie naar Nederlandse ouderen. Dit meldt VUmc.

Ouderdom wordt aan de ene kant dikwijls te negatief verbeeld als een periode van ziekte en verval. Aan de andere kant ligt vaak de nadruk op het overdreven doel om supergezond oud te worden. “Veerkracht bij ouderen is een realistischer thema om naar te kijken”, stelt psycholoog en epidemioloog Martijn Huisman. Wat heeft een mens nodig om op een positieve manier oud te worden, in een samenleving waarin we steeds ouder worden én waarin ouderen worden geacht zoveel mogelijk zelfredzaamheid te zijn?

Als directeur van LASA, de Longitudinal Aging Study Amsterdam, maakt Huisman in zijn onderzoek vooral gebruik van het enorme bestand aan gegevens die zijn verzameld onder Nederlandse ouderen. Deze gegevens gaan over het lichamelijk, cognitief, sociaal en emotioneel welbevinden van duizenden ouderen vanaf 1992 tot nu. “Hieruit hebben we een zogenaamd ‘succesvol oud –index’ ontwikkeld. Daarmee vonden we een kleine groep mensen, iets minder dan 10 procent, die ondanks een lage sociaal-economische positie succesvol oud waren geworden. Deze mensen kun je als veerkrachtig beschouwen, want een lage sociaal-economische positie hangt veelal samen met gezondheidsproblemen en een kortere levensverwachting.”

Er wordt onderzocht wie deze mensen precies zijn. “Want als we dat weten, kunnen we andere ouderen ondersteunen in hun zoektocht naar veerkracht. Wat we wel al weten is dat deze veerkrachtige ouderen beschikten over een combinatie van sociale hulpbronnen, een vertrouwen in eigen kunnen en gevoel van controle, en gelukkige keuzes met betrekking tot leefstijl. Vaak hadden ze nog een partner en ze ontvingen relatief veel instrumentele en emotionele steun van hun sociale netwerk. Ze waren minder vaak rokers en waren meer minuten per dag lichamelijk actief.”

Door: Redactie Nationale Zorggids