Normal_ouderen_wandelen234

Bewegen is gezond. Tal van acties en initiatieven proberen daarom mensen in beweging te krijgen. Het uiteindelijke doel is meestal dat bewegen een gewoonte wordt. De gedachte daarbij is dat mensen gewoontedieren zijn: als iets eenmaal een gewoonte is, dan blijven we het doen. Uit onderzoek weten we immers dat er een relatie is tussen gewoonte en beweeggedrag. Maar hoe ziet die relatie eruit? Op welke manieren beïnvloeden beweeggedrag en gewoontes elkaar? Dat zijn vragen die promovendus Rob van Bree stelde in zijn promotieonderzoek. Dit meldt de Open Universiteit.

Vijftigplussers

Van Bree deed zijn onderzoek onder vijftigplussers in het kader van Actief Plus. Uit cijfers van het CBS blijkt dat slechts 60 procent van de vijftigplussers voldoende beweegt. Voldoende is vijf dagen per week minstens 30 minuten gematigd intensief bewegen. Actief Plus is een bewezen effectieve (ehealth-)interventie gericht op het stimuleren van beweeggedrag van ouderen. Van Bree onderzocht de relatie tussen gewoontes en beweeggedrag bij de deelnemers aan Actief Plus.

Uit zijn onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de onderzochte ouderen sterk gewoontegedrag vertoont én onvoldoende beweegt. Zijn onderzoek laat ook zien dat gewoonte beweeggedrag beïnvloedt, maar dat andersom beweeggedrag ook gewoonte beïnvloedt.

Voorlichting

Mensen die heel sterk gewoontegedrag vertonen, blijken veel minder gevoelig te zijn voor voorlichting of andere persuasieve boodschappen. Ze doen gewoon wat ze altijd al deden en nemen niet de moeite om zich te informeren. De traditionele gezondheidsvoorlichting en -interventies leunen sterk op persuasieve boodschappen, maar als strategie is dat onvoldoende om mensen met een sterk gewoontegedrag te bereiken.

Aanbeveling

Van Bree concludeert: "Het is aan te raden om bij beweeginterventies rekening te houden met bestaande gewoonten. Daarnaast lijkt het zinvol om in interventies naast persuasieve boodschappen ook strategieën op te nemen die zich richten op het ontwikkelen van gewoontes."

Door: Redactie Nationale Zorggids