Minder ouderen beperkt in dagelijkse handelingen dan 20 jaar geleden

Rond 2020 waren minder thuiswonende 75-plussers beperkt in hun fysieke alledaagse handelingen dan twintig jaar eerder. Vooral traplopen en buitenshuis verplaatsen kostte hun naar eigen zeggen minder moeite. Met name minder 75-tot 85-jarigen ervoeren beperkingen, onder 85-plussers bleef dit ongeveer gelijk. Dit meldt het CBS.

Gemiddeld gaf 23 procent van de thuiswonende 75-plussers in de periode 2018-2022 aan beperkt te zijn in tenminste één alledaagse activiteit. In eerdere perioden was dat ongeveer 30 procent. De afname vond plaats onder 75- tot 85-jarigen: bij hen nam het aandeel mensen met een beperking af van ongeveer 25 procent in de voorafgaande jaren, naar 17 procent rond 2020. Onder de 85-plussers bleef het aandeel mensen met dagelijkse beperkingen ongeveer hetzelfde. Vooral met activiteiten die te maken hebben met mobiliteit, bleken 75- tot 85-jarigen rond 2020 minder moeite te hebben dan twintig jaar eerder.

Traplopen en verplaatsingen buitenshuis

Traplopen levert voor relatief veel ouderen problemen op. Rond 2020 kon 19 procent van de 75-plussers alleen met grote moeite, met hulp van anderen of helemaal niet de trap op- en aflopen. Verder werden naar verhouding vaak beperkingen ervaren bij verplaatsingen buitenshuis (11 procent), en bij het douchen of in bad gaan (8 procent). De mate waarin ouderen beperkingen ervaren tijdens dagelijkse activiteiten neemt bovendien toe met het ouder worden: onder 85-plussers kwamen beperkingen minstens zo’n drie keer zo vaak voor als onder 75- tot 85-jarigen.

Meer vrouwen met beperkingen dan mannen

Vrouwen hebben vaker beperkingen dan mannen, zowel onder 75- tot 85-jarigen als onder 85-plussers. Zo meldt meer dan de helft van de vrouwen van 85 jaar of ouder tenminste één beperking in hun alledaagse activiteiten, terwijl dit bij hun mannelijke leeftijdsgenoten een derde is. Vrouwen hebben vaker dan mannen last van reumatische aandoeningen.

Bij 85-plussers was rond 2020 het aandeel beperkten bij zowel mannen als vrouwen gelijk aan twintig jaar eerder. Onder 75- tot 85-jarigen was bij zowel mannen als vrouwen een daling te zien. Dit was vooral het geval in de laatste vijf tot tien jaar, en was onder vrouwen wat sterker dan onder mannen.

Door: Nationale Zorggids