Logo_umcg-logo-groningen

Een derde deel van de bewoners van instellingen voor mensen met verstandelijke beperking krijgt langdurig antipsychotica voorgeschreven, terwijl maar een klein gedeelte daarvan daadwerkelijk aan een psychotische ziekte lijdt. De middelen worden voorgeschreven ter bestrijding van gedragsproblemen, maar onderzoek toont nu aan dat stoppen of verminderen van het gebruik van antipsychotica juist leidt tot afname van afwijkend gedrag. Dat meldt het UMCG.

Arts voor verstandelijk gehandicapten Gerda de Kuijper is verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en deed onderzoek in woonvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking. Ongeveer 3 procent van de mensen met een verstandelijke beperking lijdt aan een chronische psychotische ziekte. Uit het onderzoek kwam naar voren dat aan 32 procent van de bewoners antipsychotica werden voorgeschreven. Tachtig procent van deze gebruikers gebruikten de middelen al langer dan tien jaar. Voor 58 procent van deze groep was probleemgedrag aanleiding voor het gebruik van antipsychotica, terwijl bij 22 procent psychotische symptomen of een chronisch psychotische ziekte bestreden werd.

Langdurig gebruik van antipsychotica kan neurologische, metabole en hormonale bijwerkingen tot gevolg hebben. In haar onderzoek ging De Kuijper na of het gebruik van antipsychotica vanwege probleemgedrag afgebouwd kon worden in 14 of 28 weken. Bij 43 procent van de 98 deelnemers bleek volledige afbouw mogelijk; bij een follow-up na 12 weken gebruikte 36 procent nog steeds geen antipsychotica. Zowel in de groep die volledig had afgebouwd als in de groep bij wie dat niet gelukt was werd bij het merendeel geen gedragsverslechtering gezien. Verder kan langdurig gebruik van antipsychotica leiden tot gezondheidsrisico’s voor overgewicht, ontregeling van functies van primaire geslachtsorganen en calciumverlies in de botten toenemen. De resultaten van het onderzoek van De Kuijper lieten gunstige effecten zien op metabole symptomen: een vermindering van de tailleomvang (dus minder buikvet) en daling van het lichaamsgewicht en van de bloeddruk.

Volgens De Kuijper hebben de resultaten van haar studie duidelijke consequenties voor de klinische praktijk. De Kuijper: ‘Behandelaars dienen zorgvuldig onderliggende oorzaken van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking te onderzoeken en kritisch te zijn op het direct instellen van een medicamenteuze behandeling’. Bij mensen met een verstandelijke beperking kunnen neurologische bijwerkingen van antipsychotica een rol spelen in het onderhouden van probleemgedrag. De Kuijper pleit daarom voor het stoppen of verminderen van antipsychotica bij gebruik buiten de geldige indicatie, zoals gebruik voor gedragsproblemen.‘Uit mijn proefschrift blijkt dat volledige afbouw al is te realiseren in een periode van 3-4 maanden’. Verder is zij een groot voorstander van het bevorderen van scholing en coaching van zorgverleners en behandelaars in het omgaan met probleemgedrag. De Kuijper promoveert op 4 september 2013 aan de Rijksuniversiteit in Groningen.

© Nationale Zorggids