Normal_tube-bender-2819137_960_720

Gemeenten zetten lang niet alle beschikbare middelen in om werkzoekenden aan een betaalde baan te helpen. Dat blijkt uit de Sectorinformatie 2016 van Cedris, de vereniging voor sociale werkgelegenheid en re-integratie. Weliswaar worden steeds meer werkzoekenden via Sociale werkbedrijven aan een betaalde baan geholpen,  maar er is nog veel meer mogelijk. Dat meldt Cedris. 

Een derde van de Sociale werkbedrijven wordt nog niet ingeschakeld bij de uitvoering van de Participatiewet. Doordat er steeds minder mensen werken onder de Wet sociale werkvoorziening, komen er werkplekken en banen beschikbaar om jaarlijks duizenden andere werkzoekenden te helpen. Deze zomer meldde Cedris dat haar leden per direct voor meer dan 7000 mensen werk hebben.

"Er is dus werk dat niet wordt ingevuld. Dit mogen we niet accepteren, zolang er nog honderdduizenden werkzoekenden aan de kant staan. Onze sector heeft alles in huis om mensen naar werk te begeleiden. Het is onaanvaardbaar om die vrijvallende capaciteit niet ten volle te benutten", aldus Job Cohen, voorzitter van Cedris.

Het aantal Wsw-ers daalde sinds 2015 met 13.000 mensen. Eind 2016 bedraagt het aantal Wsw-ers 91.000 personen. Hiertegenover staat een instroom vanuit de Participatiewet van circa 5000 mensen die met inzet van loonkostensubsidie werken. In 2016 is slechts een kwart van het beschikbare rijksbudget voor loonkostensubsidie ingezet. Tussen de gemeenten onderling bestaan forse verschillen.

Desondanks zijn er goede resultaten behaald. De leden van Cedris dragen nadrukkelijk bij aan het inclusiever maken van de arbeidsmarkt. Het aandeel Wsw-ers dat werkt bij gewone werkgevers is opnieuw gestegen, van 38 procent in 2015 naar 40 procent in 2016. Hiermee zijn de meest kansrijke Wsw-medewerkers inmiddels bij gewone werkgevers aan de slag.

Door: Redactie Nationale Zorggids