Ieder(in): met spoed aanvulling nodig op versoepeling coronamaatregelen
Donderdag 25 juni vindt het laatste plenaire debat over de coronacrisis plaats voor het zomerreces. Ook is dit het laatste debat voordat de crisisstructuur wordt afgebouwd. Waar veel mensen bezig zijn met het hervatten van het gewone leven, laat onderzoek van Ieder(in) zien dat mensen met een beperking of chronische ziekte veel minder dan anderen in staat zijn hun leven weer op te pakken. Sterker nog, velen ondervinden door de versoepeling van maatregelen extra problemen of lopen extra risico. Er zijn daarom met spoed aanvullende maatregelen nodig. Dit meldt Ieder(in).
Ieder(in) vraagt de Kamer daarom nog voor het zomerreces (vanaf 3 juli) een aantal zaken te regelen.
 

Stem informatie af op mensen met een beperking of chronische ziekte

Onder onze achterban is een grote behoefte aan informatie van de overheid als van medisch specialisten, over de versoepeling van de coronamaatregelen. Wanneer deze informatie beter op hen wordt afgestemd, kunnen zij een inschatting maken van de risico’s die ze lopen. Daarmee kan onder andere worden voorkomen dat mensen onnodig hun bewegingsvrijheid beperken. Naast een betere afstemming, moeten medisch specialisten de risico’s bespreken met mensen met een verhoogd gezondheidsrisico. Dat kan ook in een digitaal consult.
 

Verleng compenserende maatregelen

Veel afspraken over compenserende maatregelen voor weggevallen zorg lopen tussen 1 juli en 1 augustus af. De verschillende vormen van zorg en ondersteuning, zoals dagbesteding en opvang, zijn echter nog niet volledig opgestart. We vragen de minister dan ook om een verlenging van compenserende maatregelen. En maak samen met cliëntenorganisaties, zorgaanbieders en financiers een plan voor gefaseerde afbouw en snelle opbouw, mocht dat weer nodig zijn. Ook moet er een plek zijn – bijvoorbeeld Het Juiste Loket – waar mensen zich kunnen melden als ze alsnog vast lopen.
 

Geef cliëntenorganisaties een plek in de overlegstructuur corona

Een van de belangrijke lessen uit de corona crisis tot nu toe is dat OMT en beleidsbepalers onvoldoende aandacht hebben gehad voor de specifieke problemen en uitdagingen van mensen met een beperking of chronische ziekte. De onuitvoerbaarheid van maatregelen en de consequenties die maatregelen voor deze mensen hebben, waren daardoor niet in beeld. Ieder(in) vraagt de minister dan ook cliëntenorganisaties een plek te geven in de overlegstructuur van Covid-19. Zodat ook zij een stem krijgen bij de advisering en besluitvorming over versoepeling dan wel aanscherping van maatregelen bij  een mogelijke tweede golf.