Drie maanden mondkapjesplicht, maar wat als je het niet kunt dragen?

Op dinsdag 1 december is de mondkapjesplicht ingegaan in openbare gebouwen, winkels, musea, restaurants en theaters. Deze verplichting geldt echter niet voor mensen die vanwege een beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen of opzetten. Van deze groepen wordt verwacht dat ze zelf kunnen bewijzen dat ze zijn vrijgesteld. Over hoe je dat moet bewijzen, is veel discussie. Belangenorganisaties vrezen dat mensen in de problemen komen of zelfs een boete kunnen krijgen als ze geen mondkapje dragen. Dit meldt Ieder(in). 

Al vanaf het begin dat er sprake is van een mondkapjesplicht, is Ieder(in) in overleg met het kabinet om de ontheffing goed te regelen voor mensen die geen mondkapje op kunnen. Keer op keer is aangedrongen op een laagdrempelige, heldere regeling die geen problemen of misverstanden oplevert. Een landelijk ‘ontheffingspasje’ dat mensen zouden kunnen printen om bij zich te dragen, had uitkomst kunnen bieden. Maar omdat de overheid vreest dat zo’n pasje misbruik uitlokt, wordt deze oplossing niet aangeboden.

Bewijs leveren

Mensen moeten vanaf nu bij controle zelf kunnen aantonen dat ze uitgezonderd zijn van de mondkapjesplicht. Volgens het ministerie van Volksgezondheid kan dat bijvoorbeeld met een brief van de specialist, een medische verklaring, bewijs van prothese, medicijnenoverzicht of bewijsstuk van de instelling of gemeentelijke Wmo-voorziening.

Hoge prijs om fraude te voorkomen

In de praktijk kan iemand in de openbare ruimte te pas en te onpas worden gevraagd om medische of andere zeer persoonlijke gegevens te laten zien. Bijvoorbeeld in de supermarkt, bij de bouwmarkt of bij het gemeentehuis en aan handhavers die daar niets mee te maken hebben. Dat is een hoge prijs die mensen met een beperking moeten betalten om fraude van anderen te voorkomen, vindt Ieder(in).

Door: Nationale Zorggids