Normal_normal_rolstoel_

Sinds de invoering van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke zorg en toezicht hierop, zo concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in het rapport ‘Wmo toezicht in 2019’. Het tempo waarin gemeenten het Wmo-toezicht invullen blijft te laag. Ook is het toezicht zelf op een aantal aspecten nog steeds niet goed genoeg of is het zelfs verslechterd. Dit meldt IGJ. 

Vanaf het begin had de opbouw van het toezicht bij de gemeenten een lage prioriteit. De IGJ stelt vast dat hierin geen verandering is gekomen. Zo is het beperkte aandeel proactief toezicht geslonken. Ook zijn er steeds minder gemeenten die met een plan of programma werken om het toezicht te behouden. Er is een langzame stijging van het aantal gemeenten dat rapporten en/of maatregelen publiceert. Driekwart van de gemeenten maakt deze stukken vooralsnog niet openbaar. Ook de jaarverslagen worden minder openbaar gemaakt; waar in 2018 nog 80 procent van de gemeenten dat deed, is dat percentage gedaald naar 60 procent in 2019.

Groei met flinke kanttekening

Het aantal onderzoeken, calamiteitenmeldingen, rapporten en maatregelen neemt langzaam toe, maar de groei van die aantallen komt vooral doordat een kleine groep gemeenten (vergeleken met een jaar eerder) intensiever en vaker te werk is gegaan. Daarmee is deze groei er dus een met een flinke kanttekening. De gemeenteraad speelt geen krachtige rol op het punt van het organiseren, uitvoeren en benutten van de bevinding uit het Wmo-toezicht.

Terugval moet stoppen

De inspectie vindt dat gemeenten de kwaliteit van het Wmo-toezicht en het tempo waarin zich dit ontwikkelt op een hoger niveau moeten brengen. Ook moet de terugval in kwaliteit een halt worden toegeroepen.

De IGJ rapporteert jaarlijks aan de minister van Volksgezondheid over de uitvoering van het Wmo-toezicht. Het doel van deze rapportage is vooral het verbeteren van de kwaliteit van het Wmo-toezicht op gemeentelijk niveau. Daarnaast is het zaak om de samenwerking tussen de Wmo-toezichthouder(s) en de rijksinspecties in stand te houden en waar nodig te versterken. Ook doet de inspectie aanbevelingen om de kwaliteit van het Wmo-toezicht en de samenwerking te verbeteren.

Door: Nationale Zorggids