Normal_800px-hold_my_hand

In de GGZ blijkt grote behoefte te bestaan aan vrijwilligers die als mentor patiënten willen bijstaan en om voor hun belangen op te komen. Toch wordt er weinig gebruik gemaakt van vrijwilligers. De kosten blijken voor cliënten de grootste belemmering te zijn. Dit meldt Gezondheidsnet.

Patiënten die niet in staat zijn voor hun eigen zorgbelangen op te komen, kunnen hulp krijgen van een mentor. De Landelijke Vereniging Mentorschap Netwerk Nederland leidt hiervoor vrijwilligers op en krijgt daarvoor een vergoeding. Cliënten moeten deze vergoeding zelf betalen, eventueel via bijzondere bijstand. Uit onderzoek van onderzoeksinstituut NIVEL blijkt dat dit de voornaamste reden is dat er weinig gebruik wordt gemaakt van vrijwillige mentoren.

De behoefte om bijgestaan te worden door een mentor bestaat wel en zal waarschijnlijk alleen maar groter worden naarmate meer mensen in de GGZ vanuit instellingen naar woonvormen in de samenleving zullen verhuizen. “Binnen een instelling kunnen sommige cliënten zich nog wel handhaven, maar terug in de samenleving wordt verwacht dat een cliënt weer de regie over zijn leven gaat voeren. Voor sommigen is dat, zonder een steuntje in de rug, moeilijk te verwezenlijken,” zegt onderzoeksleider professor Perter Verhaak van NIVEL.

Na de kosten is ook onbekendheid met de mogelijkheid om een mentor in te zetten een obstakel. Zowel instellingen als cliënten en hun familie zijn hier niet altijd van op de hoogte. Ook hebben instellingen niet altijd een goed overzicht van de behoefte aan een mentor onder hun cliënten waardoor geen stappen worden gezet om een mentor toe te wijzen.

© Nationale Zorggids