Normal_dti-sagittal-fibers

De hersenen en het DNA van personen met ADHD verschillen structureel met de hersenen en het DNA van mensen die geen ADHD hebben. Dit meldt de Radboud Universiteit Nijmegen. Promovenda Janita Bralten concludeert in haar proefschrift dat op groepsniveau structurele verschillen in de hersenen en het DNA te zien zijn. Dit meldt het Nederlands Jeugdinstituut.

Bralten heeft voor haar onderzoek gebruik gemaakt van de MRI-gegevens van families die mee hebben gedaan aan het internationale IMAGE- en neuroIMAGE-onderzoek. De gegevens van families waarvan één van de kinderen ADHD heeft, werden verzameld tijdens dit internationale onderzoek. De deelnemende families vulden vragenlijsten in en namen deel aan testen waarmee de symptomen van ADHD in beeld gebracht werden. Daarnaast deden de families mee aan bloedonderzoek. Hiermee werd het DNA in beeld gebracht.

Bralten analyseerde de MRI-gegevens van de families voor haar proefschrift. Daaruit concludeert zijn dat de hersenen van kinderen met ADHD een ander patroon laten zien dan de hersenen van kinderen zonder ADHD. Het verschil in patroon is, hetzij in mindere mate, ook te zien bij broers en zussen van ADHD-patiënten. Deze broers en zussen hadden in dat geval geen ADHD.

Bralten nam ook het DNA van de ADHD-patiënten en hun families onder de loep. ADHD is sterk erfelijk. Bralten ontdekte tijdens het onderzoek verschillende genetische regio's en groepen van genen die geassocieerd zijn met ADHD-kenmerken. Uit haar bevindingen concludeert de promovenda dat er veel heterogeniteit is binnen ADHD. Braltens onderzoek maakt het mogelijk meer inzicht te krijgen in wat er precies gebeurt bij kinderen met ADHD. Janita Bralten promoveert op 12 februari aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

© Nationale Zorggids