Logo_logo_vumc

Patiënten van Marokkaanse en Turkse afkomst met psychiatrische stoornissen zijn minder behandelingstrouw, vertonen andere klachtenprofielen en hebben minder vertrouwen in de behandeling dan Nederlandse patiënten. Culturele aanpassingen in de behandeling blijken daarentegen niet effectief te zijn. Dit concludeert Annelies van Loon, onderzoekster bij GGZ inGeest, in haar promotieonderzoek waarmee zij op 24 april promoveert bij Vumc, zo meldt dit ziekenhuis.

Van Loon onderzocht of de verschillen tussen culturen, zoals behandelingstrouw en toegang tot de zorg, echt bestaan in de GGZ en of een cultureel aangepaste behandeling effectief is. Ze vergeleek daarvoor de dossiers van poliklinische patiënten van Turkse of Marokkaanse afkomst met die van patiënten van Nederlandse afkomst. Er bestaan inderdaad verschillen tussen beide groepen: patiënten van Turkse of Marokkaanse afkomst verschenen minder vaak op intake afspraak, vertoonden andere klachten, meer pijnklachten en hebben meer functionele beperkingen. Daarnaast bleken ze minder vertrouwen te hebben in de behandeling. Turkse of Marokkaanse patiënten die in mindere mate deelnemen aan de Nederlandse samenleving haalden minder positieve uitkomsten uit de behandeling.

"Gespecialiseerde depressie en angstbehandelingen moeten de aanmeldings- en intakeprocedure meer afstemmen op de Marokkaanse en Turkse patiënten, en samenwerking met de verwijzer moet worden verbeterd in de toekomst", aldus Van Loon.  

© Nationale Zorggids