Normal_jongere__stage__verpleging345346

Twee Limburgse instellingen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) hadden stagiaires in dienst die feitelijk een normale dienstbetrekking hadden. De stagiaires, die er werkten na hun afgeronde opleiding, hadden dan ook recht op het minimumloon. Dit blijkt uit een onderzoek van de Inspectie SZW. De instellingen zijn hiervan door de Inspectie op de hoogte gebracht en hebben hun stagebeleid ondertussen aangepast. Dat meldt Rijksoverheid.

Het onderzoek heeft in 2016 plaatsgevonden waarbij ook bij beide ondernemingen een fysieke werkplekcontrole plaats had. Tijdens het onderzoek is vast komen te staan dat de stagiaires  ongeveer 300 euro per maand ontvingen voor hun werkzaamheden, gemiddeld 32 uur in week. De Inspectie is van mening dat er feitelijk sprake was van een dienstbetrekking en dat de stagiaires derhalve recht hebben op het wettelijk minimumloon. In totaal heeft de Inspectie onderzoek gedaan bij 32 stagiaires die bij de ondernemingen werkten. De betrokken stagiaires hebben alsnog recht op aanvulling van hun loon tot het minimumloon. De Inspectie zal er op toezien dat de werkgevers deze betaling ook zullen gaan doen. Zij hebben hiervoor vier weken de tijd.

De instellingen kunnen nog een nader te bepalen boete tegemoet zien voor het overtreden van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

De twee instellingen hebben, mede naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie SZW,  ondertussen hun beleid ten aanzien van stagiaires aangepast. Beide instellingen hebben al tijdens de onderzoeksperiode maatregelen genomen. Zo is men circa mei 2016 begonnen met het in dienst nemen van de aanwezige stagiaires met een arbeidsovereenkomst tegen het minimumloon. Sinds oktober 2016 krijgen alle werknemers een arbeidsovereenkomst conform CAO-loon aangeboden. Beide ondernemingen zijn gestopt met het aanbieden van stageplaatsen aan mensen die hun opleiding hebben afgerond. 

Door: Redactie Nationale Zorggids