Normal_depressief_eenzaam_verdriet

Patiënten die hersteld zijn van een psychiatrische aandoening, komen in de regel maar moeilijk mee in de maatschappij. Dit blijkt uit onderzoek van Stynke Castelein, hoogleraar herstelbevordering van ernstige psychische aandoeningen aan de Rijksuniversiteit Groningen. De mensen zouden onder andere moeite hebben met het onderhouden van persoonlijke hygiëne en sociale contacten. Dit meldt Trouw.

Wie herstelt van psychische problemen, zou baat hebben bij goede begeleiding en een begripvolle houding van familie en naasten. Echter is er volgens Castelein zo bezuinigd op de geestelijke gezondheidszorg (ggz), dat deze mensen tussen wal en schip vallen. “Dat het zo erg is, was nog niet of nauwelijks bekend”, aldus de hoogleraar. Castelein is bovendien de eerste hoogleraar herstelbevordering in Nederland. Pas sinds kort is deze leerstoel opgezet, omdat er nu pas aandacht is voor de problematiek.

In haar onderzoek volgde Castelein zo’n duizend patiënten over een periode van vijf jaar. Bijna negen op de tien mensen die hersteld zijn van een psychische aandoening, ervaren nog altijd problemen om mee te doen in de maatschappij. Zo is er sprake van een sociaal en emotioneel isolement, maar ook vinden de patiënten het moeilijk om hun persoonlijke hygiëne en sociale contacten op pijl te houden. Volgens de hoogleraar is er wel aandacht voor medisch herstel na een psychisch zware tijd, maar niet voor maatschappelijk en persoonlijk herstel. Patiëntenbewegingen kaarten dit probleem al langer aan. Bezuinigingen in de ggz helpen niet om de begeleiding voort te zetten na de periode van herstel.

Door: Redactie Nationale Zorggids