Normal_vrouw_bipolair_psychose

Cognitieve gedragstherapie helpt mensen met schizofrenie na een eerste psychose niet beter bij het oppakken van hun leven dan de gangbare Vroege Interventie Psychose-behandeling. Dat toonde een ZonMw-doelmatigheidsonderzoek aan. Toch pleit Lieuwe de Haan, hoogleraar psychotische stoornissen in het AMC, er níet voor deze therapievorm voor schizofrenie af te schrijven. Dat meldt ZonMw. 

Verward gedrag, wanen en hallucinaties van mensen met schizofrenie vallen op en kunnen bedreigend overkomen. Juist die symptomen geven de urgentie van behandeling aan. Maar volgens psychiater Lieuwe de Haan zijn de zogenoemde ‘negatieve symptomen’, waar een derde tot de helft van de schizofreniepatiënten mee kampt, veel ingrijpender voor hun kwaliteit van leven. Met negatieve symptomen wordt het ontbreken van normaal aanwezig gedrag bedoeld, zoals teruggetrokken zijn of gebrek aan motivatie.

Ongeveer 0,7 procent van de Nederlanders voldoet aan de diagnose schizofrenie, zegt De Haan. Daarvan heeft ongeveer 50 tot 75 procent last van hinderlijke negatieve symptomen. De Vroege Interventie Psychose-behandeling, die al 15 jaar wordt gebruikt na een eerste psychose, helpt de negatieve symptomen niet direct weghalen. Amerikaanse onderzoekers wilden weten of cognitieve gedragstherapie effectiever is. De resultaten waren positief. En was aanleiding voor De Haan om zelf de effecten te meten.

De doelmatigheidsstudie is uitgevoerd in meerdere behandelcentra onder 99 jonge schizofreniepatiënten die recent een eerste psychose hadden doorgemaakt. De ene helft kreeg de gebruikelijke intensieve behandeling en de andere helft cognitieve therapie. Behandelaars en patiënten wisten welke behandeling zij ondergingen, maar de onderzoekers die de data analyseerden en interpreteerden niet.

De resultaten gaven te zien dat beide groepen vooruit gingen. De groep die cognitieve gedragstherapie kreeg, functioneerde eerst wat beter, terwijl ook de negatieve symptomen significant minder voorkwamen. ‘Het aanvankelijke effect was echter na 6 maanden niet meer aantoonbaar. De extra behandeling heeft geen duidelijke meerwaarde, boven op een intensieve vroege interventie psychosebehandeling moesten we concluderen. We hadden graag gezien dat de mensen méér verbeterden!’ Toch beveelt De Haan niet aan deze therapievorm bij het vuilnis te zetten, omdat patiënten die de ziekte al langer hebben er wellicht wel baat bij hebben. Maar dat moet nog uitgezocht worden. Zijn advies is om alleen gedragstherapie gericht op negatieve symptomen niet bij een eerste episode van schizofrenie aan te bieden. 

Door: Redactie Nationale Zorggids