Normal_geld_rekenmachine_belasting

Vanaf 2021 zullen duizenden mensen met een psychische stoornis worden overgeheveld van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) naar de Wet langdurige zorg (Wlz). Echter lijkt het er op dat gemeenten niet voldoende gecompenseerd worden voor de extra uitgaven die daarmee gepaard gaan. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid is onder andere door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) via een brief op de hoogte gesteld van de risico’s. Dit meldt Binnenlands Bestuur.

De overheveling is een geplande uitstroom, maar zal mogelijk toch voor problemen zorgen.

Zo dreigen de gemeenten meer te moeten betalen per persoon. Wie uitvloeit uit de Wmo, kan binnen de Wlz een beroep doen op bijstand. Hiermee gaan de kosten per persoon flink omhoog. Gemeenten worden wel gecompenseerd voor extra kosten, maar dat kan wel twee jaar op zich laten wachten. Ook kunnen patiënten zelf voor hogere kosten komen te staan.

Volgens VNG moet er bovendien meer duidelijkheid komen over de specifieke doelgroep die uitstroomt. Het gaat om mensen met een psychische stoornis, waarbij mensen die na hun 18e de diagnose kregen, niet mee mogen naar de nieuwe regeling. Ook voor mensen met een verstandelijke beperking geldt dat dit vaak pas na het 18e levensjaar wordt geconstateerd. In sommige gevallen moeten zij alsnog toegang krijgen tot de Wlz.

Onvoorspelbare financiële gevolgen

Het rijk besteedt 495 miljoen euro minder aan het budget voor Wmo. Echter zorgt deze raming er voor dat er meer mensen naar de Wlz worden overgeheveld worden en is de raming bovendien te hoog ingeschat volgens VNG. Ook de verdeling van het budget kan problematisch worden omdat het aantal Wmo-cliënten per regio verschilt. “In combinatie met de introductie van een nieuw verdeelmodel voor bescherm wonen en maatschappelijke opvang, worden de uiteindelijke budgettaire effecten per gemeenten onvoorspelbaar”, aldus VNG. Het rijk zou meer financiële zekerheid moeten bieden en gemeenten meer tijd geven om afspraken maken over zorginkoop.

Door: Redactie Nationale Zorggids