Bijbetalen voor vergoede medicijnen

Patiënten moeten volgend jaar mogelijk bijbetalen voor medicijnen die ze vergoed krijgen. Dat wordt voorlopig niet meer dan 250 euro per jaar, schrijft minister Bruno Bruins (Medische Zorg) aan de Tweede Kamer. Bruins lanceert vandaag zijn plan voor nieuwe limieten aan de vergoeding voor medicijnen. Dit moet leiden tot lagere geneesmiddelenprijzen en een besparking opleveren van 140 miljoen euro per jaar vanaf 2022. Dit melden ANP en de Rijksoverheid.

Voor veel vergoede geneesmiddelen bestaat inmiddels een goedkoper alternatief. Daarom verlaagt het kabinet de maximale vergoeding. Patiënten hoeven alleen bij te betalen als er een geschikt medicijn voorhanden is dat wel helemaal wordt vergoed. In het uiterste geval gaat het om 6 miljoen mensen, schrijft Bruins. Als een patiënt om medische redenen niet kan uitwijken naar een goedkoper middel, hoeft hij zelf niet bij te betalen, verzekert hij.

De vergoedingen zijn nu nog gebaseerd op de geneesmiddelprijzen van 1998. Sindsdien zijn er veel goedkopere varianten op de markt gekomen. Bruins hoopt fabrikanten met de nieuwe vergoedingsregels te bewegen hun prijzen te verlagen en zo de zorgkosten te drukken. Als fabrikaten hun prijzen niet verlagen, blijft er altijd een geneesmiddel zonder bijbetaling voor de patiënt beschiktbaar, belooft Bruins. Voor patiënten die om medische redenen niet kunnen wisselen naar een medicijn zonder bijbetaling, wil de minister een vangnet instellen waardoor zij niet hoeven bijbetalen.

De nieuwe regels moeten in de tweede helft van volgend jaar ingaan.

Door: Nationale Zorggids