De anderhalve meter afstand houden wordt steeds lastiger

De anderhalve meter afstand houden lukt mensen steeds minder goed. Mensen met een hogere kans op een ernstig verloop van een corona-infectie, lukt het over het algemeen beter de coronamaatregelen op te volgen. Het draagvlak voor de hygiënemaatregelen, het thuisblijven bij verkoudheidsklachten en het afstand houden blijft met 90 tot 95 procent onveranderd hoog. Dit blijkt uit het tweede gedragsonderzoek van het RIVM, GGD GHOR Nederland en de regionale GGD’en. Dit meldt RIVM.

Desondanks lijkt het voor mensen lastiger om 1,5 meter afstand te bewaren. Het aantal mensen dat zegt dat anderen zelden of nooit in hun anderhalve meter komen, neemt vergeleken met half april af voor op het werk (-5 procent), bij het boodschappen doen (-9 procent) en bij het bezoeken van familie en vrienden (-12 procent). Er is ook een toename van het aantal mensen dat aangeeft dit (heel) moeilijk te vinden (+5 procent).
 

Gedragsmodellen bij preventieve coronamaatregelen

In het tweede deel van het gedragswetenschappelijk onderzoek van RIVM en GGD'en naar Covid-19-preventie, hebben de onderzoekers ook gekeken naar factoren die voorspellen hoe mensen met de gedragsadviezen omgaan. De onderzoekers bekeken de hygiënemaatregelen (20 seconden handen wassen, niezen in elleboog, zakdoek gebruiken), het vermijden van bezoek aan ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid en 1,5 meter afstand houden.
 
De uitkomsten laten zien dat mensen die zich bedreigd voelen door het virus en daar bezorgd over zijn, de gedragsadviezen nauwkeuriger opvolgen. Mensen die aangeven vertrouwen te hebben in de effectiviteit van de maatregelen en aangeven dat zij zelf die ook goed uit kunnen voeren, laten twee weken later ook een hogere mate van opvolgen van de maatregelen zien. Dit is in lijn met belangrijke gedragsmodellen die dus óók bruikbaar lijken om gedrag te begrijpen ten tijde van deze pandemie.
 
Hoewel de verschillen niet groot zijn, rapporteren mensen met een kwetsbare gezondheid vaker de hygiënemaatregelen op te volgen en de 1,5 meter afstand te houden. Dat laatste geldt ook voor 70-plussers, die minder vaak mensen met een kwetsbare gezondheid bezoeken. Het lijkt er dus op dat ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid de gedragsadviezen wat beter volgen.
 

Volop steun voor gedragsregel “vermijd drukte”

De opdracht “vermijd drukte” is goed ontvangen als vervanger van “blijf zoveel mogelijk thuis”. Maar liefst 95 procent steunt deze nieuwe gedragsregel, tegen 82 procent voor ”blijf zoveel mogelijk thuis” in de vorige meting. Net zoals in de eerste meting is het algehele draagvlak voor onder meer de hygiënemaatregelen (90-95 procent), het 1,5m afstand houden (93 procent) en het thuisblijven bij verkoudheidklachten (92%procent) groot.
 
De regels en adviezen die ons sociale leven beperken, kunnen op minder steun rekenen. Denk aan zo min mogelijk bezoek ontvangen (80 procent) en zoveel mogelijk thuis werken (81 procent). Het minst populair is de regel waarbij een of twee aangewezen personen 70-plussers mogen bezoeken, 71 procent steunt deze maatregel. 
    
Uit dit onderzoek komen ook onduidelijkheden naar voren. Zo is het opvallend dat mensen die de kans groter achten dat ze besmet raken, wel vaker geneigd zijn zich aan de hygiënemaatregelen te houden, maar juist minder vaak 1,5 meter afstand houden. Dat laatste wordt mogelijk verklaard doordat deze mensen 1,5 meter afstand houden zelf lastig vinden, en daardoor denken dat de kans op besmetting groter is. Via verdiepend onderzoek hoopt het RIVM hier meer inzicht in te kunnen geven.
 

Onderzoek naar gedrag en welbevinden in coronatijd

Om beter te begrijpen hoe mensen denken over de afgekondigde maatregelen, wat hun drijfveren zijn om zich hieraan te houden en wat de impact op mensen is, houden het RIVM, GGD GHOR Nederland en de regionale GGD’en samen een groot onderzoek. Het onderzoek gaat over het gedrag van mensen, wat ze vinden van de gedragsmaatregelen van de overheid en hoe het fysiek, mentaal en sociaal met ze gaat in dit coronatijdperk. De resultaten zijn afkomstig uit de tweede meting onder 53.000 mensen in week 21-22 (7 -12 mei). Dit zijn mensen die ook aan de eerste meting half april hebben deelgenomen. De derde meting vindt eind mei plaats. 
 
Door: Nationale Zorggids