Toetsingscommissie verruimt regels euthanasie bij vergevorderde dementie

De regionale toetsingscommissies euthanasie verruimen de regels voor euthanasie op mensen met vergevorderde dementie. De Euthanasie Code is in lijn gebracht met het arrest van de Hoge Raad over euthanasie, verleend op basis van een schriftelijke wilsverklaring aan een patiënt die wilsonbekwaam was geworden door dementie. Dit melden RTE en NOS.  

In totaal zijn er vier wijzigingen gemaakt in de code: de eerste gaat over de wilsverklaring. Deze ligt ten grondslag aan de verleende euthanasie en moet uitgelegd worden met het oog op het achterhalen van de bedoeling van de patiënt. Hierbij moet de arts letten op alle omstandigheden en niet slechts op de letterlijke bewoordingen in de wilsverklaring. Er is dus nadrukkelijk ruimte voor interpretatie.

Uitzichtloos en ondraaglijk lijden

De vaststelling of er in het geval van dementie feitelijk sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden is een medisch-professioneel oordeel dat is voorbehouden aan de arts. De RT dient dat oordeel daarom terughoudend te toetsen en zich af te vragen of de arts in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat er sprake was van ondraaglijk lijden.

“De arts hoeft niet bang te zijn voor ons als toetsingscommissie en de strafrechter moet op dat punt van ondraaglijk en uitzichtloos lijden afstand behouden, omdat dat een medisch-professioneel oordeel is van de arts”, legt voorzitter Jakob Kohnstamm van de RTE uit. Dit betekent dat de rechter of commissie niet op de stoel van de arts mogen gaan zitten.

Gesprek soms zinloos

Bij euthanasie aan iemand die wilsonbekwaam is als gevolg van dementie, is  het niet noodzakelijk dat de arts met de patiënt overlegt over het moment en de wijze waarop de euthanasie zal worden uitgevoerd. Zo’n gesprek is zinloos omdat bij een dergelijke patiënt het begrip over deze onderwerpen ontbreekt, aldus de RTE.

Premedicatie onder voorwaarde toegestaan

Tot slot is premedicatie (bijvoorbeeld een slaapmiddel) toegestaan indien er aanwijzingen zijn dat de wilsonbekwame patiënt onrustig, geagiteerd of agressief kan zijn bij de uitvoering van euthanasie.

Volgens Kohnstamm komt euthanasie onder de groep ernstige dementerende mensen niet vaak voor. Zo’n twee tot drie keer per jaar gaan artsen hierop over. 

Door: Nationale Zorggids