Normal_normal_ouderen_ouderenzorg_mantelzorg

Het beroep op mantelzorgers nam de afgelopen jaren toe. Met name het aandeel mantelzorgers van mensen met psychische problemen groeide. Dit blijkt uit kwantitatief onderzoek dat tussen 2014 en 2019 is uitgevoerd onder een grote groep Nederlanders. Dit meldt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). 

In 2019 gaf ongeveer 35 procent van de 16-plussers (ca. 5 miljoen mensen, van wie 830.000 langdurig en intensief helpen) mantelzorg. Dit is iets meer dan voorheen (32 procent in 2014 en 2016). Deze toename past bij het beeld dat het aantal (hoogbejaarde) ouderen toeneemt en dat bij een hulpvraag een beroep op het sociale netwerk wordt gedaan.  Daarnaast is een op de tien mensen actief als vrijwilliger in de zorg en ondersteuning (ca. 1,4 miljoen mensen). Dit is eveneens een lichte stijging ten opzichte van 2016.

Intensief helpen verhoogt risico op overbelasting

Het absolute aantal ernstig belaste mantelzorgers is vergeleken met 2016 toegenomen van 380.000 naar 460.000 personen, maar het percentage bleef gelijk (ca. een op de tien mantelzorgers). In 2019 bieden meer mensen (16 procent) hulp aan mensen met psychische of psychosociale problemen dan in 2014 (12 procent). Deze mantelzorgers lopen een groter risico op overbelasting, vanwege het bieden van intensieve hulp.

Begrip en waardering

Voor mantelzorgers is begrip en waardering voor hun inzet van grote betekenis. Dit wordt vooral gemist door degenen die intensief helpen: verzorgers van partners, mantelzorgers van mensen met dementie of psychische problemen en niet-westerse migranten mantelzorgers. Waar mantelzorg¬ondersteuning van gemeenten in eerdere jaren mogelijk voorkwam dat mantelzorgers ernstig belast raakten, wordt respijtzorg nu vaker pas ingezet op het moment dat mensen al ernstig belast zijn.

Zorgvrijwilligers staan er in 2019 vaker alleen voor

In 2019 is vaker sprake van incidentele hulp door vrijwilligers. Ook wordt in 2019 vrijwilligerswerk vaker gecombineerd met een baan van 32 uur of meer. Daarnaast is er een daling te zien in het contact tussen vrijwilligers en beroepskrachten; van de helft in 2016 naar vier op de tien in 2019. Van de zorgvrijwilligers die dergelijk contact hebben gehad, geeft bijna 30 procent aan dat beroepskrachten weinig oog hebben voor hoe het met hen gaat. Dit is tussen 2014 en 2019 niet verbeterd.


Door: Nationale Zorggids