Normal_schurink

De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) acht het noodzakelijk om de discussie rondom euthanasie nieuw leven in te blazen. Daarom heeft de belangenvereniging ideeën naar buiten gebracht die volgens haar de wet- en regelgeving rondom het vrijwillig levenseinde moet verbeteren. Zo pleit de NVVE om euthanasie en hulp bij zelfdoding door artsen uit het strafrecht te halen. Ook wil de vereniging actief de mogelijkheden verkennen van een legale ‘laatstewilpil’. De man die leiding moet geven aan de plannen is Robert Schurink, sinds 1 september 2015 de nieuwe directeur. “Er is steeds meer wrijving tussen de dokter en patiënt”, constateert hij. 

Op 1 april 2002 trad in Nederland de euthanasiewet in werking. Daarmee was ons land het eerste land ter wereld dat euthanasie en hulp bij zelfdoding door artsen wettelijk regelde. Ruim dertien jaar na de invoering van de euthanasiewet heeft de NVVE, een belangenorganisatie met ongeveer 164.000 leden, zich als doel gesteld om waardig sterven in ons land naar een hoger plan te brengen. Zij constateert namelijk dat de wetgeving op enkele terreinen knelt.

Angst onder dokters
Maar wat houdt die euthanasiewet precies in? Euthanasie is volgens de wet mogelijk als een euthanasie voldoet aan een aantal zorgvuldigheidseisen. Een van de belangrijkste eisen is dat de arts er van overtuigd is dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt. Daarnaast is een ander belangrijke zorgvuldigheidseis de overtuiging van de arts dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Dit lijden moet te wijten zijn aan één of meerdere medische aandoeningen, zo heeft de wetgever in 2002 gezegd.

Wanneer euthanasie heeft plaatsgevonden, wordt deze beoordeeld door de regionale toetsingscommissie. Als deze commissie oordeelt dat de arts niet zorgvuldig heeft gehandeld, kan men ervoor kiezen om het dossier door te spelen aan het Openbaar Ministerie. In het ergste geval zou dat kunnen leiden tot een gevangenisstraf voor de arts. Dat laatste is een heikel punt volgens de NVVE: het verhoogt de drempel voor artsen om in te gaan op of zelfs te spreken over een euthanasieverzoek van een patiënt. De dokters hebben namelijk ook een eigen belang en dat is om niet vervolgd te worden.

Volgens de directeur is het voor dokters telkens weer een opluchting als het oordeel van de regionale toetsingscommissie goed is. In het kader van de strafwet zijn zij toch even verdachte. “Laten we de dokters verlossen van die angst”, zegt hij. Hij wil dat euthanasie (bijzonder medisch handelen) van het strafrecht naar het medisch tuchtrecht wordt verplaatst. Daarmee wordt euthanasie, net als bijvoorbeeld palliatieve sedatie, een vorm van normaal medisch handelen. “Laten we het bestaande verschil tussen normaal en bijzonder medisch handelen opheffen. Laten we de criteria die er zijn bij de euthanasie in het tuchtrecht opnemen, zodat alle aspecten van het levenseinde tussen dokter en patiënt besproken kunnen worden. Als de dokter dan toch niet bereid is euthanasie toe passen, dan kan deze doorverwijzen naar een collega. ”

Volgens de rapporten van de regionale toetsingscommissies zijn er de laatste dertien jaar wel meldingen geweest van onzorgvuldig handelen, maar er is nog nooit een dokter voor vervolgd. Misschien is het juist aan de strenge criteria en de juridische stok achter de deur te danken dan artsen geen fouten maken? “Ik denk dat die constatering klopt, maar tegelijkertijd horen wij heel veel klachten. Leden beweren dat hun wilsverklaring helemaal niet serieus wordt genomen. Het gaat volgens hen alleen maar om het oordeel van de dokter of er sprake is van ondraaglijk of uitzichtloos lijden. Onderdeel van de euthanasie is natuurlijk dat er zorgvuldig naar de doodswens wordt gekeken. We zitten echter nu op een omslagpunt dat steeds meer mensen zeggen dat ze het oordeel van de dokter niet meer accepteren.”

Zelfdoding
Wordt euthanasie door de arts afgewezen, dan kan een euthanasieverzoek nog worden voorgelegd aan de Levenseindekliniek (die gebonden is aan dezelfde wettelijke criteria als ‘gewone’ artsen). Als hier het verzoek ook wordt afgewezen, dan hebben deze mensen alleen drastische methoden tot hun beschikking. Schurink: “Ze kunnen een plastic zak over hun hoofd doen, pillen sparen, stoppen met eten en drinken of voor de trein springen. Wij zeggen: kunnen we daar geen betere oplossing voor vinden met elkaar?” Volgens de oud-student geneeskunde is zelfbeschikking de afgelopen jaren veel centraler komen te staan. Mensen willen zelf de regie voeren over hun dood. De NVVE denkt daarom dat de ‘laatstewilpil’ een goede oplossing kan zijn. “Dan is er zelfbeschikking voor mensen die dat willen.”

“Wat wij belangrijk vinden is dat er politiek draagvlak komt voor een legaal middel in Nederland. Die thematiek wordt steeds belangrijker. De kwantiteit van het leven is sterk toegenomen: mensen worden steeds ouder. Maar de kwaliteit van leven groeit niet evenredig mee. Er komen meer, voornamelijk oude, mensen die hun leven voltooid achten, maar niet in aanmerking komen voor euthanasie omdat de dokter hun klachten niet kan ‘medicaliseren’. Een legale ‘laatstewilpil’ is voor veel van deze mensen een gewenste oplossing. Legale invoering moet worden voorafgegaan door wetenschappelijk onderzoek. Daarna kan worden bepaald onder welke condities de laatstewilpil legaal kan worden in Nederland. Het moet natuurlijk uit handen blijven van mensen met suïcidale neigingen. Ik denk dat je wetenschappelijk onderzoek naar de laatstewilpil moet koppelen aan een proef met een dergelijk middel. Voor welke doelgroep moet dat gelden, welke criteria moeten er komen en moet het vrij verkrijgbaar zijn, dat zijn allemaal dingen die in een dergelijk onderzoek aan de orde moeten komen.”

Beargumenteerd afwijzen
De NVVE pleit er voor, naast de laatstewilpil en het schrappen van euthanasie uit het wetboek van strafrecht, dat artsen hun afwijzing van een euthanasieverzoek op schrift stellen. De vereniging weet namelijk veel te weinig over de beweegredenen achter het afwijzen van euthanasie. Waarom vragen we dokters niet om ook over afgewezen verzoeken te rapporteren aan de regionale toetsingscommissie? In Nederland wordt in tien procent van de sterfgevallen een euthanasieverzoek gedaan. Vier procent daarvan wordt gehonoreerd. Er is dus een gat van zes procent waar te weinig over bekend is. “Als we niet weten waarom die verzoeken worden afgewezen, dan kunnen we er ook niet van leren”, aldus Schurink.

De regelgeving rondom euthanasie gaat wat de NVVE betreft dus flink op de schop. De komende periode gaat het intern en extern het draagvlak toetsen voor haar toekomstvisie. Er worden debatten georganiseerd en de NVVE gaat met partners in gesprek om te peilen hoe zij over de plannen denken. “Hoe lossen we de frictie op die door de huidige euthanasiewet kan ontstaan”, vraagt de organisatie zich af.

Realisme
Nederland loopt in vergelijking met andere landen in ieder geval voorop, beseft ook Schurink. “Echt complimenten daarvoor”, zegt hij. “In Europa zijn er maar een paar landen met echt goede wetgeving.” Critici denken dat de euthanasiewet voorlopig niet wordt aangepast. “Ja, daar dacht men in de tijd van de euthanasiewetgeving net zo over en de lancering van de Levenseindekliniek werd ook eerst kritisch bekeken. Voor de korte termijn zijn we realistisch genoeg om te zeggen dat de huidige wetgeving zal blijven bestaan. Maar laten we die verbeteren en een experiment starten met de laatstewilpil om legale introductie van zo’n middel te onderzoeken. ”

Schurink staat inmiddels een aantal maanden aan het roer van de NVVE en heeft de taak om de doelen van de belangenbehartiger te verwezenlijken. De laatste zeventien jaar was hij actief als adviseur en headhunter voor de zorgsector, vanuit zijn eigen bureau Cortex Group. De eerste maanden in dienst van de NVVE noemt hij zeer interessant. “Als je vanaf een afstandje de thematiek volgt, dan krijg je niet mee hoeveel mensen actief nadenken over een waardig levenseinde. Daarom is het belangrijk om met passende oplossingen voor de betrokken leden te komen.”

© Nationale Zorggids / Frank Molema